De tragische historie van Dr. Faustus. Door Christopher Marlowe (Albert Verwey, 1888)/Negende Tooneel

Uit Wikisource

NEGENDE TOONEEL.

Robin en Ralph komen op met een zilveren beker.

Robin.

Nu, Ralph, zei ik je niet dat onze fortuin zou gemaakt zijn door

dat boek van Doctor Faustus? ecce signum! hier heb je een aardige

buit voor paardenhouders; zoolang we dit hebben,

hebben onze paarden geen hooi noodig.

Ralph.

Robin, daar komt de waard aan.

Robin.

St.! Ik zal hem bovennatuurlijk voor den mal houden.

(Waard komt op).

Zoo baas, ik hoop dat alles betaald is: God zij mét je; kom Ralph.

Waard.

Zacht wat, Heer; een woordje met u. Ik moet nog een beker

van u betaald hebben, eer u weg gaat.

Robin.

Ik, een beker, Ralph; Ik een beker! Ik tart je bij mij etc.

Ik een beker, kijk zelf of ik hem bij me heb.

Waard.

Dat zal 'k doen Heer, als u 't goedvindt.

(doorzoekt hem).

Robin.

Nu, wat zeg je nou?

Waard.

Ik moet even wat zeggen tegen uw kameraad, u, mijnheer.

Ralph.

Mij, vriend! mij, vriend! zoek maar raak hoor.

[De waard doorzoekt hem].

Nu, je moest je schamen eerlijke menschen lastig

te vallen om zoo'n open zaak.

Waard.

Wel, een van jullie heeft dien beker bij zich.

Robin.

Je liegt, baas, hij leit voor me

(Ter zijde).

Jij vlegel, ik zal je leeren eerlijke menschen te belasteren;

- blijf daar staan; - ik zal je met je beker! -

als je daar niet staan blijft, in den naam van Belzebub.

Pas op den beker Ralph.

(Ter zijde tot Ralph).

Waard.

Wat meen je, man?

Robin.

Ik zal je zeggen wat ik meen.

(leest van een boek):

Sanctobulorum Periphrasticon. - Wacht, ik zal je kriebelen, baas.

Let op den beker, Ralph.

(ter zijde tot Ralph).
(Leest).

Polypragmos Belseborams framanto pacostiphos tostu, Mephistophilis etc.

(Mephistophilis komt op, hecht voetzoekers aan hun ruggen en dan exit.
Zij hollen heen en weer.

Waard.

O nomine Domini! Wat doe je toch, Robin? je hebt geen beker van me.

Ralph.

Peccatum Peccatorum! Hier is je beker, beste waard.

(geeft den beker aan den Waard, die exit).

Robin.

Misericordia pro nobis! Wat zal ik doen? goeie duivel, vergeef me

nu maar, en ik zal nooit meer uit je bibliotheek stelen.

(Mephistophilis komt weer op.)

Meph.

Helkoning, voor wiens donk're oppermacht,

Machtigste vorsten knielen, bleek van vrees,

Wiens altaars zwart met duizend zielen zijn,

Hoe toorn ik op dier vlegels tooverij.

Heel van Konstantinopel reis 'k hierheen,

Voor 't dom pleizier van dit verdoemde plebs.

Robin.

Hè? van Konstantinopel? Dan heb je 'n lange reis gehad.

Kom hier, steek een schelling bij je voor je avondeten,

en dan ga je er van door, hè?

Meph.

Wacht, vlegels, ik zal je die verwaandheid wel afleeren:

jou zal ik veranderen in een aap, en jou in een hond,

en nu ga je maar heen.

(Exit)

Robin.

Hé, in een aap; dat 's knap. Daar kan ik lol van hebben

met de jongens. Nou krijg ik appels en peeren genoeg.

Ralph.

En ik moet een hond worden.

Robin.

Waarachtig, jou kop komt nooit meer uit de soeppot.

>>>Tiende Toneel