Eerste Oogst/Na de bui
| ← Najaarsdroom | Eerste Oogst (1912) door Carel Steven Adama van Scheltema | Herdenking → |
| Uitgegeven in Rotterdam door W. L. en J. Brusse. |
[ 42 ]
XXXVIII.
NA DE BUI.
De lucht is 'n beetje blauw,
Het water rimpelt even
Van de eerste winterkou,
Wat doode blaren bleven.
Het water rimpelt even
Van de eerste winterkou,
Wat doode blaren bleven.
De zon gaat uit den rouw,
Komt bij de kabbels beven,
Mijn versche bruid — o! nou,
Nou kom je bij me leven!
Komt bij de kabbels beven,
Mijn versche bruid — o! nou,
Nou kom je bij me leven!
Diep in me breekt een oude snaar,
Een ander gaat het winnen, —
Een ander gaat het winnen, —
Wat klinkt die hel, wat klinkt die klaar,
Nou kijkt de zon naar binnen!
Nou kijkt de zon naar binnen!
0! ik sta naakt in 't late jaar,
Nou gaat een lied beginnen!
Nou gaat een lied beginnen!