Naar inhoud springen

Gezelle/'t Scheerwiel

Uit Wikisource
Zegepraal Laatste verzen (1901) door Guido Gezelle

't Scheerwiel

De Doornenboom
Uitgegeven in Antwerpen — Gent door De Nederlandsche Boekhandel.

[ 54 ]

'T SCHEER WIEL.



Het versch gechoren gers is zoet
om zien, en, in de zonne,
verpreuvelen ‘t mijn herte doet,
van louter levenswonne.
Het scheerwiel hoor ik rijden, met
gerul, en zijnen draf
aan ‘t draven, alles snijden met
zijn' scherpe tanden af.

Geen scheerder, die zoo scheren kan;
geen wever die zoo weven:
geen een en kent de konste van
zijn laken doen te leven.
‘t Doen leven kan de zonneschijn,
‘t doen blinken in den glans
des hemels en nog groender zijn
als ‘t groenste laken, gansch.
[ 55 ]Nu loopt erin, en laat u ‘t spel,
de louter' levenswonne
verpreuvelen, en jeunt u wel,
gij kinders, in de zonne;
daar ‘t laken ligt en zult gij nu
verwringen hand en voet:
loopt spelen daar en zegene u
de zommerzonne zoet.


13/14/5 '97.