Naar inhoud springen

Gezelle/Aan den lindeboom

Uit Wikisource
Sorbus Aucuparia L. Laatste verzen (1901) door Guido Gezelle

... Aan den Lindeboom

Bladerval
Uitgegeven in Antwerpen — Gent door De Nederlandsche Boekhandel.

[ 122 ]

...AAN DEN LINDEBOOM.



o! Wat schoon-, wat bolgekruinden
    lindeboom
van verre ik staan zie, blinkende in den
    morgendoom!

Heel is hij gewelkerd al, en
    duizendvoud
van verwen, langzaam afgesleten
    guldengoud.

Dag en schijnt er op, noch noensche
    zonneglans:
‘t is vochtig en de hemelkomme is
    duister gansch.

Doch, ik zie mij, zonnewijs in
    ‘t nedergaan,
die najaarsche, ei, die bolgekruinde
    linde staan.
[ 123 ]

Ringsom rijzen hooge en groote,
    zwart en zwaar
getakte boomen, naast die lieve
    linde daar.

Diepe schaduw schieten ze en een
    donkergroen
gewelf zij om het wezen van die
    linde doen.

Weest gegroet mij, nauwlijks uit den
    morgendoom
erkenbaar Lieve-Vrouwken, aan den
    lindeboom!


SENTE, 29/10 '98.