Naar inhoud springen

Gezelle/Het zonnelicht is neergedaald

Uit Wikisource
De kriekroode zunne Tijdkrans door Guido Gezelle

Het zonnelicht is neergedaald

's Avonds zie ‘k de sterren geren
Uitgegeven in Amsterdam door L. J. Veen.
(gedicht de dato 10/12/1890)
[ 21 ]

HET ZONNELICHT IS NEERGEDAALD


Het zonnelicht is neergedaald
en ‘t gaat bij andere lieden,
verwacht en welkom-weer onthaald,
den dag hun doen geschieden.

Het morgent daar, het avondt hier,
en wonderschoone verven
zie ‘k wentelen in het westervier,
en stille, stille sterven.

‘t Was rood eerst, helder peersch weldra;
en, blauw- en blauwerwendig,
door al de hemelen heerscht daarna
één duisterzijn bestendig.

Noch nacht en is ‘t noch dag: het vier
der zonne is schaars geweken,
of, helpzaam wordt de keerse hier,
daar de avondzonne ontsteken.
[ 22 ]Het pinkoogt, of ‘t een meisken waar'
dat weenen wilt, van verre,
nu zuid, nu noord, nu hier, nu daar
een' nieuwgeboren sterre.

Dan, waar ik sta, zie ‘k, om end om,
Gods legerwachten waken;
en, in dien eindloos wijden kom,
al ‘s hemels diepten blaken.

Hoe bang ben ik! ‘k En durf bijkans
mijne oogen niet betrouwen,
o Heere, op uwen sterrenglans:
hoe zal ik U aanschouwen?