Het Hofbauer-Liefdewerk/Jaargang 1/Nummer 1/Een woord vooraf

Uit Wikisource
‘Een woord vooraf’ door de redactie van Het Hofbauer-Liefdewerk
Afkomstig uit „Het Hofbauer-Liefdewerk”, jrg. 1, nr. 1 (september 1920), p. 2-3. Publiek domein.
[ 2 ]

Een woord vooraf.


Daar Z. D. H. Mgr. van Roosmalen in zijn laatsten brief ons Tijdschrift reeds heeft aangekondigd, U de geschiedenis van zijn ontstaan verhaald en zijn bestaansrecht aangetoond, rest aan de redactie ter kennismaking niets anders meer dan in ons „Woord vooraf” U een drietal vragen te beantwoorden, welke gij U zeker bij het verschijnen van ons tijdschrift stelt, en waarop gij een antwoord begeert.
 Deze drie vragen zijn:
 Hoe zal ons tijdschrift er uit zien?
 Hoe dikwijls zal het verschijnen?
 Hoeveel kost een abonnement?
 Op de eerste vraag antwoorden wij U kort en bondig: aantrekkelijk zoowel wat vorm als inhoud betreft. En daarvoor behoeft ge alleen maar den omslag te zien, door den bekenden kunstschilder A. Windhausen voor ons tijdschrift uitgevoerd. Daar ziet ge den Missionaris predikend voor de inlandsche bevolking, ge ziet er de Zuster, die den Melaatsche verpleegt en zijn ziel naar God voert, ge ziet er den Frater-onderwijzer, die de kinderen naar hart en geest vormt door echt godsdienstig onderwijs. En wat een opoffering leest ge op die plaat, en tevens welk een krachtige bede om Uw hulp.
 Wat den inhoud aangaat, hopen wij met Gods hulp ons tijdschrift te maken tot een boekje, dat ge graag ter hand neemt, en wanneer het uitgelezen is, noode ter zijde legt. Het zal U doen kennis maken met onzen veelzijdigen missiearbeid, met het land, met de zeden en de gewoonten der volkeren uit vier werelddeelen bijeengebracht, waaronder wij arbeiden, met onzen socialen arbeid onder het Katholieke volk, met onze liefdewerken en vooral met het pronkjuweel der liefdewerken, met onze melaatschenverpleging.
 Ons tijdschrift zal verlucht worden door mooie fotografische opnamen, zoodat ge in woord en beeld onzen missiearbeid leert kennen.
 Op de binnenzijde van den omslag zullen geplaatst worden het doel van het Hofbauerliefdewerk, de voorwaarden om lid te worden, de geestelijke voordeelen hieraan verbonden en het Bestuur; tweedens de namen van de Zelatricen en Zelateurs. Verder zullen [ 3 ]bij opgave door de respectieve zelatricen en zelateurs de namen der overledene leden geplaatst worden, om hen in de godvruchtige gebeden hunner medeleden aan te bevelen.
 Ten slotte zal er nog een rubriek zijn — hoe zou deze in een missietijdschrift mogen ontbreken? — van ingekomen giften. Deze rubriek zal niet door de redactie, maar door de Zelatricen en Zelateurs en door de Leden zelf verzorgd worden. Ge begrijpt waarom.
 In iedere aflevering zal een lange en edelmoedige lijst prijken, daar rekenen onze missionarissen in Suriname op. Hoe ge dat moet aanleggen? Och dat weet ge zelf het beste. Aan dat ééne woord herinneren wij U: De liefde is vindingrijk.
 De tweede vraag, waarop wij het antwoord moeten geven is: Hoe dikwijls zal het verschijnen. Voorloopig orn de drie maanden. Maar van ganscher harte hopen wij, dat ge ons door Uw ijverige propaganda dwingt het veelvuldiger te doen uitkomen.
 Eindelijk de derde vraag: Hoeveel kost het abonnement? kan uit den aard der zaak al heel kort beantwoord worden: Het abonnement kost f. 1.25 per jaar.
 Deze uitgave zal U zeker niet afschrikken. Immers het lidmaatschap van het Hofbauerliefdewerk en het abonnement op ons tijdschrift komt te staan op een uitgave van 3½ cent per week. Dat hebt ge gaarne over tot ondersteuning van onze Surinaamsche Missie.

 Dit ter inleiding. Thans nog een enkel woord over deze eerste aflevering.
 Den 16den October e.k. zal het 25 jaar geleden zijn, dat de groote en edele Bisschop Mgr. W. Wulfingh z.g. zijn heerlijke stichting voor de arme melaatschen in Suriname de St. Gerardus Majella Stichting grondvestte.
 Gij zult het daarom alleszins passend vinden, dat het eerste nummer van ons tijdschrift aan de herdenking van dit heugelijk feit is gewijd, dat wij van dit eerste een feestnummer maken; waarlijk 25 jaren van melaatschenverpleging, d. i. van een werk der hoogste christelijke liefde — dit grandiose feit mag wel met een feestnummer herdacht worden.
 Het doet ons harte goed, dat wij de eerste bladzijden van ons feestnummer mogen afstaan aan onzen Nederlandschen Kardinaal, Z. E. W. Kardinaal van Rossum. Z. D. H. Mgr. Th. van Roosmalen mocht naar aanleiding van dit jubelfeest een eigenhandig geschreven brief van Zijn Eminentie ontvangen.
 En thans is onze inleiding ten einde en hebben wij met elkander kennis gemaakt.
 Moge de schutspatroon van het Hofbauerliefdewerk en van ons tijdschrift, de H. Clemens Maria Hofbauer, wiens eerste eeuwfeest van zijn glorieus afsterven wij zoo pas hebben gevierd, onzen arbeid zegenen. God zij met ons.

DE REDACTIE.