Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants/Amaritudine

Uit Wikisource
Soc­cor­so. By­stant, Hul­pe Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants (1644) door Cesare Ripa et al., vertaald door Dirck Pietersz Pers

Ama­ri­tu­di­ne. Bit­ter­heyt, p. 64

Ce­ci­ta del­le men­te. Blind­heyt des Ver­stants
Uitgegeven in Amstelredam door Dirck Pietersz Pers.
[ 64 ]

Amaritudine. Bitterheyt.

OM de Bitterheyt uyt te drucken, word van eenige een Dochter geſchildert in ’t ſwart gekleet, die in beyde handen houd een byekorf vol honig, waer uyt een plante van Alſt komt opſchieten, mogelijck daerom, wanneer wy zijn in de meeſte voorſpoet des levens, dat wy ons dan vinden in de meeſte tegenſpoet der fortuyne, of om dat wy alſdan kennen, alle de hoedanigheden van het tegenstrijdige, op datmen te beter en volkomender kenniſſe magh hebben van de ſoetigheyt, wanneer wy eenige uyt wendige Bitterheyt hebben geproeft; oock daerom, om dat men, by gelijckniſſe, door den Alſt een bitter en ſtijfhoofdigh Menſch plagh uyt te drucken. Daerom ſeght Arioſto:

Men kent geen Vree noch achtſe niet,
Voor datmen eerst den Krijgh beſiet.

Blijdſchap. vide Allegrezza.