Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants/Corografia

Uit Wikisource
Co­me­dia Vec­chia. De oude Co­me­die Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants (1644) door Cesare Ripa et al., vertaald door Dirck Pietersz Pers

Co­ro­gra­fia. Plaets of Land­be­schrij­vin­ge, p. 79

Gior­no Na­tu­ra­le. Dagh nae de Na­tue­re. De konstige of gemaeckte Dag. [etc.]
Uitgegeven in Amstelredam door Dirck Pietersz Pers.
[ 79 ]

Corografia. Plaets of Landbeſchrijvinge.

EEn jonge vrouwe gekleet in weerſchijn, doch dat het kleet ſlecht en kort zy. Mette rechter hand ſalſe houden een Monicometer of Gnomon, dat is een vierkant Landmeeters inſtrument, en op de aerde van dieſelve ſyde, ſal ſtaen een globe, die een kleyn deel geteeckent is. In de ſlincker hand ſalſe een paſſer, met een rye en een terminus of merckpael van dieſelve ſyde op der aerde, houden.
 Chorographia heeft haer naeme van Choros, ’t welck in Griex een plaetſe bediet, en grapho ick ſchrijve, waer over dit woord ſoo veele bediet als beſchrijvinge van een plaetſe, Stadt of beſonder Landſchap, doch niet al te groot, weſende dit woord, ’t ſelve, dat Ptolomæus Topographia noemt: ’t welck eygentlijck een beſondere plaetſe afteyckent.
 Iongh wort zy geſchildert, om dat zy in ’t nemen van de grenſſen en paelen, ſoo van Princen als anderen, den ſtant verandert, ſoo in kleyn als groot beſteck, herſtellende de Heerſchappyen en Landen van een ygelijck.
 Zy wort in weerſchijn gekleet, want zy neemt de gelegentheyt der Landen op verſcheyden wyſe. Dat het kleed ſlecht en kort is, geſchiet om te vertoonen, dat als men den grond en de maete neemt van de Heerlijckheden, datmen veel eerder en korter, de kleyne deelen als de groote, kan meeten.
 Zy hout den Gnomon in de rechter hand, om datmen daer mede ſeer bequaem kan meeten alle grenſſen en nabuyrſchappen van yders heerlijckheyt, gelijck mede de langhte en de breede.
 Datſe mette ſlincker hand het Compas en de Rye hout, betoont, dat als men door deſe inſtrumenten uytwerckt, watmen door den Gnomon heeft gevat, ſo ſetmen de merckpaelen, ’twelck het gebruyck is om yder ſijn naegebuyrſchap te onderkennen, en yder ’t zyne af te ſcheyden.