Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants/Fragilita Humana

Uit Wikisource
Fra­gi­li­ta. Broos­heyt Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants (1644) door Cesare Ripa et al., vertaald door Dirck Pietersz Pers

Fra­gi­li­ta Hu­ma­na. Men­sche­lij­cke Broos­heyt, p. 72

Se­di­tio­ne Ci­vi­le. Bur­ger­lijck Op­roer
Uitgegeven in Amstelredam door Dirck Pietersz Pers.
[ 72 ]

Fragilita Humana. Menſchlijcke Broosheyt.

EEn Vrouwe met een mager en benauwt aengeſicht, die armlijck is gekleet, houdende met beyde handen, veele watertacken of kegels, die ’s Winters aen de huyſen hangen. Welcke waterkegels van de oude Egyptenaers, als Pierius ſeght, voor de Broosheyt van ’s Menſchen leven waeren geſtelt. ’t En ſoude oock niet onbequaem zijn, dat men haer, om de oude Iaeren beter uyt te drucken, maeckte, datſe gekromt op een ſwack riet leunde, ’t welck een recht teycken is, ſoo wel van de Broosheyd als van d’Ouderdom: Want als een Menſch daer toe geraeckt, ſoo treft hem oock de minſte quetſinge, waer van hy dickwijls ſterft, en daer onder blijft leggen. Eenige beelden de Menſchlijcke Broosheyt, en niet ſonder reden, by de Waeterbobbels af, die wel een weynigh in ’t oogh ſchijnen, maer terſtont wederom verdwijnen.