Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants/Fraude (1)

Uit Wikisource
Mise­ri­cor­dia. Barm­her­tig­heyd Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants (1644) door Cesare Ripa et al., vertaald door Dirck Pietersz Pers

Frau­de. Be­drogh, p. 29

Frau­de. Be­drogh
Uitgegeven in Amstelredam door Dirck Pietersz Pers.
[ 29 ]

Fraude. Bedrogh.

EEn vrouwe met twee aengeſichten, ’t eene jongh en schoon, ’t ander van een oud leelijck wijf, weſende bloot tot aen de borſten, gekleet in ’t geel totte halve beenen toe, hebbende voeten als een Adelaer, en de ſteert als een Scorpioen, die men tuſſchen haere beenen door ſiet; en ſal in de rechter hand twee herten houden, en in de ſlincker een mom-aenſicht.
 Bedrogh is een ſonde, dieder naelaetigheyt van de behoorlijcke plicht, ten goede, ſoeckt in te voeren. En die altijt menichte van nieuwe vindingen ten quaede ſoeckt te verſieren, doch altijt, onder een ſchijn, het goede naebootſende, en met haere gedachten, woorden en wercken, onder bedrieghlijcke verwen, het goede voor te ſtellen. En hierom wortſe met twee aengeſichten gemaelt.
 Het geel beteyckent verraderye, bedriegerye en valſche veranderinge.
 De twee herten zijn blijcklijcke teyckenen van willen en niet te willen in een ſelfde ſaecke. Het mom-aenſicht beteyckent dat het Bedrogh de ſaecke anders voorſtelt, als zy in der daed is, om alſoo tot haer voornemen te geraecken.

 De ſteert van een Scorpioen en de voeten van een Adelaer, beteyckenen, het verborgen venijn, dat haer, als een roofvogel, altijt voed, om ander luyden eere of goederen te berooven.