Limburger Koerier/Jaargang 47/Nummer 213/Maastricht, 21 Dec.
‘Maastricht, 21 Dec.’ door een anonieme schrijver |
Afkomstig uit de Limburger Koerier, donderdag 22 december 1892, [p. 2-3]. Publiek domein. |
[ 2 ]MAASTRICHT, 21 Dec. De rechtbank alhier heeft heden uitspraak gedaan in de zaak tegen Jan Breuer, straatmuzikant te Sittard, gedetineerd, beschuldigd van mishandeling, die den dood ten gevolge heeft gehad. De rechtbank heeft beklaagde schuldig bevonden aan eenvoudige mishandeling – het slaan of werpen met een bierglas –, doch niet wettig en overtuigend bewezen geacht, dat hij aan den verslagene de messteken in den buik heeft toegebracht, die den dood hebben veroorzaakt en mitsdien zijne invrijheidstelling bevolen.
– Voor dezelfde rechtbank werd heden behandeld de zaak tegen J. H. Penders, 41 jaren, mandenmaker, laatstelijk woonachtig te Maastricht, gedetineerd, beschuldigd van het namaken en uitgeven van binnen- en buitenlandsche muntspeciën.
In deze zaak werden, behalve de commissaris van politie, nog 6 getuigen gehoord, die allen verklaarden van beklaagde bij zijne gedane inkoopen valsche kwartjes of een valsch éen-frank-stuk te hebben ontvangen.
Door beklaagde werd volledige bekentenis afgelegd onder bijvoeging, dat hij in Frankrijk wegens kerkdiefstal tot 10 jaren gevangenisstraf is veroordeeld geweest en van zijne medegevangenen het maken van valsch geld had geleerd. [ 3 ]Het O. M., de schuld van beklaagde wettig en overtuigend bewezen achtende, requireerde 5 jaren gevangenisstraf.
De toegevoegde verdediger mr. Micheels begon zijne pleitrede met erop te wijzen, hoe vroeger de valschmunterij menigvuldig was, doch thans nog maar slechts sporadisch voorkomt. Pleiter althans heeft nog nooit de eer (?) gehad een valschmunter te verdedigen. Dat dit misdrijf tegenwoordig zoo zelden voorkomt, vindt zijn oorzaak in de daadzaak, dat de menschen wijzer en de munt beter is geworden. Bedrog is daarom niet goed meer mogelijk. De menschen keeren thans een dubbeltje wel tweemaal om, alvorens het uit te geven. Geen wonder alzoo, dat ’t geld door zijn cliënt uitgegeven, dadelijk als valsch werd herkend. Het had noch het gewicht, noch de kleur, noch den klank van echt geld. Beklaagde heeft dus in den eigenlijken zin geen valsch geld gefabriceerd, maar alleen oplichting gepleegd, en daar hij voor dit misdrijf niet terechtstaat, meent pleiter, dat hij dient te worden vrijgesproken. Mocht de rechter zijne zienswijze niet deelen, dan concludeerde hij tot eene mindere straf. Uitspraak 3 Januari a. s.
– Op aanstaanden Maandag, 2en Kerstdag, zal ’s avonds in de St. Servatius- Sociëteit afdeeling Kath. Heeren vereeniging, eene lezing gehouden worden door den hoogbegaafden redenaar, den weleerw. Pater Ermann, S. J., prof. aan het Gymnasium te Katwijk.
– Aan de Augustijnen-school alhier zijn op het oogenblik twee onderwijzeressen, de gez. Geelen, afwezig, ter oorzake van het heerschen der zoo gevreesde kinderziekte (diphtheritus) te haren huize.
Beiden moeten, zeer ten nadeele van het onderwijs, wellicht twee à drie weken uit de school verwijderd blijven.
– – –