Naar inhoud springen

Limburger Koerier/Jaargang 47/Nummer 214-215/Frankrijk

Uit Wikisource
‘Frankrijk’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit de Limburger Koerier, zaterdag 24 december 1892, tweede blad, [p. 1]. Publiek domein.
[ tweede blad, 1 ]

Frankrijk.
Nieuwe schandalen.

In Frankrijk vermeerderen met den dag de teekenen van overeenkomst tusschen het heden en de gebeurtenissen van vóór 100 jaar; en telkenmale, waar het pas geeft, doen de bladen dit uitkomen.

Aan gissingen en vermoedens over wat de toekomst brengen zal, is natuurlijk geen gebrek. Om „een man“ wordt thans door velen gevraagd; en het oog wendt zich van Ribot naar Carnot en van Carnot naar Ribot, zonder dat mon in één van die beiden den man schijnt te vinden, den Angiasstal reinigen en der Republiek haar een eer teruggeven kan. De Parijsche berichtgever der Times is van gevoelen, dat alles een naderende omwenteling aanduidt. Nog is het stil op straat, schrijft hij; maar zij die „vlammen“ op macht en die weten hoe het volk gewend wil zijn, roeren zich reeds ijverig om de hoofden te verhitten; en 1893 zou zeer wel een tegenhanger kunnen worden van 1793.

De „nieuwe schandalen“ zijn bij het verhoor der Enquête-Commissie Donderdag aan het licht gekomen. Andrieux, de oud-prefect van politie, werd gehoord; en uit hem wisten de heeren der commissie veel te krijgen dat groot opzien verwekte. Op haar aandringen las hij eenige phothographieën voor van stukken waaruit bleek, dat verschillende bedragen door secretarissen en beambten der Panama-maatschappij zijn uitbetaald. Zoo werd ontvangen door Arène (kamerlid) fr. 20,000, Devès (senator) 20,000, Barbe (overleden oud-minister) 550,000, Albert Grévy (senator) 20,000, Jules Roche (onlangs afgetreden minister en lid der Kamer (20,000, Dugué de la Fauconnerie (kamerlid) 25,000. Floquet (voorzitter der Kamer) 20,000 Rouvier (dezer dagen afgetreden minister van financiën en lid der Kamer) 40,000, Cohen te Antwerpen 80,000.

Op aandrang der commissie verklaarde Andrieux verder, dat hij geen moed gevoelt onthullingen te doen betreffende vier afgevaardigden, die nog niet zijn aangewezen, en wier namen van het vertoonde papier zijn afgescheurd. Daarover zal hij aan den rechter van instructie mededeelingen doen.

De commissie ging daarna over deze verklaringen beraadslagen en schorste haar zitting. [ tweede blad, 2 ]Later heeft Andrieux zijn mededeelingen voor de commissie voortgezet en nog genoemd Pesson met 40,000, Leon Renault met 28,000, Gebron met 20,000 en Antonin Proust met 20,000 francs. Dan kregen ook Thevenet en Peral elk 25,000 en .. Floquet 250,000 fr. voor regeeringsdoeleinden.

Ten slotte deelde hij, zonder voor de juistheid in te staan, nog het volgende mede: De 1,350,000 francs, door den voortvluchttgen Artou opgenomen, zijn over meer, dan 104 afgevaardigden verdeeld, die elk van 1000 tot 3000 francs ontvangen. Het meest zou echter gekregen hebben ... Floquet, met alles samen de som van 800,000 francs, Hierbij rijzen echter twee vragen: Is het „waar“, dat de voorzitter der kamer zoo’n som ontvangen heeft, en indien ja, met welk doel? Floquet zelf ontkent ten sterkste eenig bedrag, voor welk deel ook, gekregen te hebben en niet onmogelijk ware het, dat de gestorven baron de Reinach- van wien Andrieux zijn inlichtingen kreeg, met opzet loog om de aandacht van zichzelf af te leiden.

Ook hierover mag men echter met grond hopen, dat het gewenschte licht zal opgaan. De commissie zal nu de overlegging vragen van de rekening der geheime fondsen in de dagen van het Boulangisme. Intusschen heeft gelijk te begrijpen is, een en ander een zeer slechten indruk gegeven. Nu toch komt de Fransche republiek rechtstreeks verantwoordelijk te staan voor de Panama-ramp, daar de regeering de gelden, die voor het kanaal waren bestemd, heeft gebruikt om hare dagbladen te ondersteunen. Hoe langer hoe meer blijkt, dat men terecht sprak, op de enquête-commissie doelend, van een „comité de saleté publique,“ dat heel wat vuils aan den dag heeft te brengen. En wat het meest te bejammeren is: dit vuile linnen is niet „en famille“ te wasschen, – indien er nog van wasschen sprake kan zijn.