Naar inhoud springen

Navonkeling/Beurtrei

Uit Wikisource
Wet en Euangelie Navonkeling (1854) door Willem Bilderdijk

Beurtrei

Aan ’t Vaderland
Uitgegeven in Schiedam door H. A. M. Roelants.
[ 30 ]
 

Beurtrei.


FORTUNATUS.
Waarom dwaalt gy, schuwe lammeren
Langs die onafzienbre hei’?
Hier, hier is de vette wei’,
Ginds een schouwtooneel van jammeren;
Vlijt u onder ’s Herders staf
Die u dezen veldgrond gaf!

[ 31 ]      Lokken u de bonte kleuren
       Van een valschen bloemhof uit;
      Laaft, verkwikt u aan de geuren
       Van dees thijm en ’t heidekruid.
      Hier moogt gy uw lust verzaden;
      Hier in zuivre plassen baden;
       Hupplen in ’t verfrisschen groen;
Blijft gedwee, onnoozle schapen, waar zijn arm u mag behoên!

      Ginds omgrimt U fel van tanden
       ’t Aartsvijandig wolfgebroed,
       Onverzaadbaar naar uw bloed,
      Gierende om u aan te randen.
       Vlijt u onder ’s Herders staf,
       Lieve lamm’ren; wijkt niet af!

      Schijnen u de middagstralen
       Somtijds wat te fel op ’t hoofd;
      Laat geen nieuwsgiere oogen dwalen
       Waar dat boschjen schuts belooft.
      Daar, daar loert de felle roover;
      In de lommer van dat lover
       Is de schuilplaats van zijn woên.
Blijft gedwee, onnoozle schapen, laat uw Herder u behoên.

      Hy, hy kent de veldgewassen
       ’t Heilzaam voedsel, u bereid.
       Waar zijn trouwe hand u weidt,
      Zal de dood u niet verrassen;
       Buigt, u onder ’s Herders staf:
       Moedwil loopt in eigen straf!

      Waar zijn trouwe wachters waken,
       Daar is veiligheid en rust,
      Zal geen vijand u genaken;
       Zoekt, ô zoekt geene andre lust.
      Hier in thijm- en klaverstreken,
      Hier by de onverdachten beken,
       Moogt gy hart en lust voldoen:
Blijft gedwee, onnoozle schapen, laat uw Herder u behoên!

1824.