Pagina:AA79H62 album amicorum, verzameling recepten,.pdf/34

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

Appelen-podding

Toen Eva in den appel beet,
Begon naast vreugd' ook 's menschdoms leed.
O, Eva! Wist't Ge, wat ge deedt
Met dien verwenschten appelbeet!!!

Hadd't met lust en beleid
Liever podding bereid
Van diezelfde vrucht,
O, vrouw zonder tucht!
Hadd't appelen gewreven, een soepbord gevuld,
Maar van 't zure soort. Dan nog achttien beschuiten,
Tot pulver gestampt. Zes eiers, met geduld
Hiervan 't wit geklopt, dat het schuimde naar buiten
Als de branding aan het strand. Aan boter niet veel:
Een kwart pond (¹). Naar smaak dan wat suiker en kaneel.
ook oranje-snippers. Nu den vorm bekeken
vóór ge 'm van binnen met boter hadd't bestreken
En bestrooid met kruimels van beschuit. Twee uur,
met een half verminderd, zóó geplaatst boven 't vuur.
Als een sausje twee ei-ers in Rhijnwijn of room.
O, Eva! Waarom toch geplukt aan den boom!!
Door een podding, hierboven in dicht beschreven,
Hadd't ge ons-allen gered van veel leeds in dit leven!...
Den Haag 10 Februari 1887  ?.P.L

(1) Dichterlijke vrijheid maakt van
een kwart kilo hier een kwart
pond.