Pagina:Aan het volk van Nederland.djvu/67

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

☾ 67 ☽

den Boom aan dien kant onder zig heeft) aan een Vreemden vertrouwt? Dat Gy den geweezen Koetſier van Yorke, wiens naam hier ſteeds haatlyk moet en zal zyn, in uwen dienſt hebt genomen, komt met reden ook bedenkelyk voor: ten minſte toont Gy, ô Vorst! met zulke daaden, dat het U vry onverſchillig is den ſchyn des kwaads te vermyden.
 Ligt Gy niet onophoudelyk als te loeren op de gele­genheden om de Magiſtraaten of Burgeryen zelfs de Sleutels hunner eigen Steden afhandig te maaken? Welke Stad, daar Garniſoen is, zit niet te zugten on­der de trotsheid en heerſchzugt uwer Commandanten?
 Is het niet eene openlyke geweldenary de reeds zo zeer mishandelde ſouvereine Landſchap van Drenthe, onze Medezuſter en agtſte Provintie, tegen het onge­noegen van alle Ingezetenen aan, een Overyſſelſche Edelman den Baron Van Heiden, uw gunſteling, tot Drost op te dringen, ſchoon het ontegenzeggelyk, zo als gy zelf niet ontkend, ditmaal een Drentſch Ridder moest weezen?


 Is het voor de Ingezetenen der kleine Gelderſche Steden te dulden, dat Gy in dezelven overal een of ander Jonker, die teffens Lid der Ridderſchap is, en daar zyne portie in de Commisſien dikwerf rykelyk krygt, als Burgemeeſter zend, en zulk eenen, zonder dat hy eens in de Stad woond of zig met Stads zaa­ken bemoeid, de voordeelen van de Regeering laat genieten, daar zyne andere Amptgenooten enkel den last van moeten dragen? — Is die despotieke Regeering van uwe Premiers in de Frieſche Steden niet van hetzelfde allooi? Denkt Gy, ô Vorst! dat de vryheidminnende Frieſen uwe Voorzaaten ooit zulk eene magt over het Quartier der Steden zouden gegeeven hebben, indien zy hadden kunnen voorzien, dat zy zo grof zoude zyn misbruikt geworden? De Frie­ſche Steden zyn inderdaad uwe Domeinen, uwe eigen­dom geworden, die gy door uwe Premiers, als door uwe Gouverneurs of Onderkoningen laat regeeren ! — Als men uw geheel gedrag met elkander vergelykt; als men ziet hoe Gy, op het voetſpoor uwer Voorzaaten, alles aan U trekt, zelfs zo, dat Gy de Staaten eener Provintie de gewoone militaire Eerbewyzingen door

I 2