Pagina:Aanwijzing der schilderijen, berustende op 's Rijks Museum, te Amsterdam.djvu/19

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

– 19 –

71.

de schilder g. dou zijn eigen portret verbeeld heeft, met de schilderkap op het hoofd, en waar naast zijn naam geschreven is. Het landschap benevens de hond is door n. berchem geschilderd.

DOU. (gerard)

No.

72. Een biddende monnik, in eene grot op zijne armen rustende, en houdende tusschen zijne zaamgevouwene handen een pater-noster; hebbende de oogen met aandacht gevestigd op een voor hem liggend kruisbeeld.

DOU. (gerard)

73. Een jong meisje zich vertoonende voor eene nis, met eene brandende lamp in de hand.

DUBBELS. (hermanus)

74. Een stil water met eenige vaartuigen en deinzige lucht.

DUC, (jan le)

geb. 1636.

75. Eenige officieren, paarden, krijgstoerustingen en verder bijwerk.

DUSART, (cornelis)

geb. 1665, overl. 1704.

76. Een dorpgezigt. Op den voorgrond eene zeevischmarkt, met vele soorten van visch en een aantal figuren en bijwerk. Dit stuk wordt gehouden voor een der voortreffelijkste van dezen meester.
B 2