Pagina:Aard en doel van het internationaal privaatrecht (Hamaker 1878).djvu/13

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

11

Zoo ja, waardoor wordt dan voor ieder geval de toepasselijke wet aangewezen?

 Zijn dit de beide vragen, waarop het internationaal privaatrecht ons het antwoord schuldig is, dan ligt het voor de hand, dat we dat recht in twee deelen splitsen, deelen echter, die in omvang en moeilijkheid grootelijks verschillen.
 Bepalen we bij elk van beide eenige oogenblikken onze aandacht.

 Welke is in ieder land de rechtstoestand van vreemdelingen?
 De inhoud van het burgerlijk recht van elken staat komt, zoo kort en bondig mogelijk uitgedrukt, neer op de aanwijzing van de rechten, die privaatpersonen tegenover elkaar kunnen hebben en van de oorzaken, waardoor die rechten ontstaan en te niet gaan. Neemt welk wetboek Gij wilt, en, zoo Gij tot den kern der bepalingen weet door te dringen, zult Gij zien dat deze omschrijving altijd opgaat.
 Elk recht nu onderstelt een persoon, aan wien het toekomt, die er over beschikken kan, die er subject van is in één woord.
 Wie, ziedaar de vraag, zijn bevoegd als persoon, als subject van rechten op te treden, alleen inlanders of ook vreemdelingen?
 Heeft een contract, door den laatste gesloten, werking? Wordt hij eigenaar van de zaak, die men hem schenkt? Kan hij, bij den dood van zijn bloedverwant zich als erfgenaam doen gelden? Is hij vader van zijn kinderen?
 Of, zijn al die rechten niet voor hem weggelegd en is hij rechtloos als de dieren des velds?
 Gij kent, ook zonder dat ik het U zeg, het antwoord dat thans op deze vragen gegeven wordt. Als in privaatrechtelijken zin rechtsbevoegd wordt in Nederland niet de nederlander erkend, maar de mensch als zoodanig, en gelijk het in Nederland is, zoo is het in geheel de beschaafde wereld. De splitsing der aarde in staten en volkeren heeft gewichtige gevolgen, maar met de private rechtsbevoegdheid heeft zij gelukkig niets te maken.
 Hoe ware het ook anders denkbaar! Hoe zou, om slechts