Pagina:Aard en doel van het internationaal privaatrecht (Hamaker 1878).djvu/26

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

24

zijne souvereiniteit een stempel drukt op de personen, goederen en handelingen binnen zijn gebied. En als het waar was, zou het nog onbewezen zijn, dat andere staten ze niet zouden mogen overstempelen krachtens hunne souvereiniteit.
 Onpraktisch moet elke regeling zijn, waarbij alles afhangt van de onderscheiding der bepalingen in personeele, reëele en gemengde, want die onderscheiding, de ervaring heeft het geleerd, is niet mogelijk. De pogingen om haar te vinden van de scherpzinnigste geleerden hebben schipbreuk geleden. Het zekerst nog ging misschien de oude Bartolus te werk, die het kenmerk zocht in de rangorde, waarin de woorden in het voorschrift geplaatst zijn: zoodat b.v. de bepaling: de eerstgeborene erft, personeel zijn zou, daarentegen hetzelfde voorschrift in dezen vorm: de erfenis komt aan den eerstgeborene, tot de reëele gebracht zou moeten worden. Wat hij wilde was ongerijmd maar althans duidelijk, ’t geen men van de latere onderscheidingen niet altijd zeggen kan.
 Waren alzoo, naar ik zeide, de groote meerderheid der juristen eenstemmig in het aannemen van de theorie der statuten, meer dan deze formeele eenheid bestond er niet. Waar men haar ging toepassen op de bijzondere gevallen openbaarde zich eene, hier niet‚ verkwikkelijke variatie.
 Het is waar, wat von Savigny gezegd heeft, dat de statuten-theorie zich eigenlijk laat gebruiken tot de meest verschillende doeleinden en dat men er mee bewijzen kan, wat men er mee bewijzen wil, en er is dan ook wel geen twijfel aan, dat in dit haar accomodatie-vermogen het geheim harer populariteit te zoeken is. Ieder voelde er zich in thuis en kon er zijn waren bergen. Wilde de één bewijzen, dat echtgenooten afkomstig uit een land, waar schenkingen tusschen echtgenooten verboden waren, elkaar ook bij verblijf in een land, waar ’t tegendeel gold, geene giften doen mochten, hij noemde dat verbod een personeel statuut, dat de personen volgt waarheen ze ook trekken mogen. Om het tegendeel aan te toonen bracht de ander het verbod eenvoudig tot de reëele bepalingen. En zoo, het is duidelijk, waren beiden aanhangers van de statuten-theorie.
 Ook hier geldt weer »les extrêmes se touchent”. Eene leer, die