Naar inhoud springen

Pagina:Aard en doel van het internationaal privaatrecht (Hamaker 1878).djvu/31

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

29

van het internationaal privaatrecht heeft ondergaan, duidelijk te maken, dan heb ik U tevens de oorzaak genoemd, die tot zijne opneming in de nieuwe wet op het hooger onderwijs geleid heeft.
Toen de oude wet tot stand kwam in 1815 was de vroegere opvatting noch heerschend. De vraag naar de toepasselijkheid der verschillende wetgevingen werd nog beschouwd als eene quaestie van nederlandsch recht voor Nederland, van fransch recht voor Frankrijk, van engelsch recht voor Engeland: dat zij nog eenvoudig nederlandsche, noch engelsche, noch fransche maar internationale belangen betrof, werd niet begrepen. Zij was slechts ééne der moeilijkheden waarvoor in ieder land de rechter zich geplaatst kan zien en waaruit ieder staat op zijne manier zijne rechters te helpen had. Ik beweer niet, dat er niemand was, die het beter inzag: ik zeg alleen, dat deze beschouwing de gewone was.
Is het dan vreemd, dat de wetgever bij de regeling van het onderwijs aan de leer omtrent de toepasselijkheid der wetgevingen geene afzonderlijke plaats toekende, maar van oordeel was dat zij bij de behandeling van burgerlijk- en strafrecht voldoende tot haar recht komen zou?
Mij dunkt van neen.
Maar evenmin zal men het vreemd achten, dat in het jaar 1876 de veranderde opvatting uitdrukking vond, in de nieuwe wet. In de plaats van de nationale was eene internationale behandeling der quaestie ingevoerd. Duidelijk was het uitgesproken‚ dat zij alleen door afscheiding van het positieve recht van elken staat behoorlijk begrepen en beslist kan worden.
Dat Nederland, op dit gebied altijd met eere genoemd, ook in deze nieuwe phase niet achter blijven, maar het zijne tot eene juiste oplossing bijdragen wil, ziet daar de beteekenis van hetgeen de wetgever het vorige jaar deed.
Wat hij gewild heeft is alzoo duidelijk.
Moge het blijken, dat mijne krachten voor de uitvoering van dien wil niet te kort schieten! Moge het mij gegeven worden, naar de mate van die krachten mede te werken tot de stichting eener nieuwe hollandsche school! En moge die school nog eens op