Pagina:Adama van Scheltema, Uit stilte en strijd(1909).pdf/16

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
Ik heb een vogeltje gezien: —

De gele pronkkanarie
Van tante Bim Bombarie;
Zij stond op 't guéridonnetje
Van tante's lief salonnetje,
En 's avonds mocht ze mede
Naar tante's legerstede,
Daar hing ze in haar hoekje,
Bedekt door tante's doekje;
Het beestje heette Grietje —
Doch „Grietje" had geen „Pietje"
En Grietje, 't gele guitje,
Zat nooit in 't huwlijksschuitje,
Maar tante zei: dat dee ze
Voor het fatsoen — dat zee ze;
Toch zong het pinkie! pinkie !"
Nog mooier dan een vinkie,
Maar 's winters zong het weinig,
Dan leek het wat chagrijnig;
En iedre dag bad tante weer:
„Bewaar mijn Grietje Lieve-heer!" —
  Het dee me denken an 't gezichie
  Van mijn ongehuwde nichie!