— 346 —
die proeven vaak zeer goed gelukken, mits men vooraf den patiënt verwittigt, dat zij dán of dán genomen zullen worden; ten tweede, dat in dit geval de proeven even goed gelukken, wanneer de bewerker volstrekt niets doet, als wanneer hij werkelijk zijnen wil inspant; en ten derde, dat diezelfde proeven mislukken, hoe veel moeite de bewerker zich ook geve, wanneer de patiënt zelf er geheel buiten wordt gelaten en dus niets van de voorgenomene bewerking weet. Men denke hier evenwel niet altijd aan bedrog van de zijde des patients; bij eenen gevoeligen, voor de mesmerische bewerkingen zeer vatbaren, en reeds vaak aan den mesmerischen slaap onderworpenen persoon is de vaste verwachting van dien slaap, blijkens eene veelvuldige ondervinding, volkomen genoegzaam om hem werkelijk voort te brengen.—Het uitsluitend gevestigd zijn van de opmerkzaamheid des patients op den bewerker, of op diegenen, met welke hij in rapport gebragt is, wordt hier ook al door de mesmeristen te berde gebragt. Maar hoe kan dit anders, wanneer zijne aandacht uitsluitend op dezen, en op niets anders, bepaald is?
Maar de vrees van al te uitvoerig te worden, verbiedt mij langer stil te staan bij de bewijzen, die de mesmeristen voor hunne stelling aanvoeren, en die overigens geen van allen moeijelijk te wederleggen zijn.—Wij mogen na al het gezegde gerustelijk besluiten, dat de oorzaak der mesmerische verschijnselen niet mag gezocht worden in eenen vreemden invloed van buiten, in eene kracht, die van een ander op den bewerkt wordenden persoon overgaat, maar dat zij geheel in dien persoon zelven ligt, en bestaat in zulk een eigenaardigen toestand van het denkvermogen, als ik reeds getracht heb hier te schetsen.
Wij zijn bij den laagsten graad van den mesmerischen toestand lang staan gebleven; maar juist daarom zal ik mij bij de overigen zeer kunnen bekorten. Wij zullen nu de hoofdverschijnselen der overige graden snel doorloopen, en slechts bij enkele belangrijke punten een oogenblik stilstaan.
Over den eenvoudigen mesmerischen slaap, welks voornaam kenmerk is zijne buitengewone vastheid, met eene bijkans of geheel vol-