Pagina:Album der Natuur 1852 en 1853.djvu/524

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 106 —

overeen, dat zij in vergelijking met andere planeten eene zeer geringe grootte hebben.

Wij hebben reeds gezegd, dat men, nadat de eerste van deze planetengroep, Ceres, ontdekt was, zich zeer teleurgesteld zag, toen men alras bemerkte, dat zij veel kleiner was, dan men verwachtte, en nog meer, toen herschel haar eene middellijn van niet meer dan 35 G.M. toekende. Die teleurstelling werd niet weggenomen, toen Pallas, de tweede van deze groep, ontdekt werd. Zij kwam herschel nog veel kleiner voor dan hare voorgangster, zoo dat hij haar geene grootere middellijn, dan van 15 G.M. durfde toe schrijven. Het is waar: schröter hield hare middellijn voor tien maal grooter, en later vond lamont door naauwkeurige waarneming met eenen grooten kijker te München voor die middellijn eene waarde van 145 G.M. Maar wat is dan nog die grootte in vergelijking met die der andere bekende planeten? De later ontdekte planeten van deze groep hebben wegens hare geringe massa zelfs geene nadere waarneming harer grootte toegelaten. Zij hebben slechts bewezen, dat hare middellijn zoo klein is, dat zij zelfs met de beste hulpmiddelen, welke onze tijd den sterrekundigen aanbiedt, geene metingen van eene dragelijke juistheid toelaten.

Men is dan ook om deze reden gewoon deze ligchamen asteroïden of planetoïden, dat is sterre- of planeetachtige ligchamen te noemen. Een zeker sterrekundige heeft ze daarom niet onaardig zakplaneetjes, planètes de poche, genoemd.

Om ons eenig denkbeeld te maken van de betrekkelijke kleinheid dezer planeten, behoeven wij ze slechtste vergelijken met de planeet, waarop wij wonen. Als wij aannemen, dat de grootste dezer asteroïden, Pallas, eene middellijn heeft van ten hoogste 145 G.M., dan volgt daaruit, dat die slechts 112 van de middellijn der aarde bedraagt; met andere woorden, dat 12 planeten, van grootte als Pallas, nevens elkander op de middellijn der aarde gesteld zouden kunnen worden. Maar dan volgt daar ook verder uit, dat zij slechts ongeveer 12000 van het volumen der aarde bezit; met andere woorden: dat 2000 planeten van inhoud als Pallas de ruimte beslaan zouden, die door onze aarde alleen wordt ingenomen. Hoe veel te