Pagina:Album der Natuur 1852 en 1853.djvu/531

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

OVER DE BROODBEREIDING.

DOOR

J.F.L. REUDLER.

 

 

O nder de verschillende voedingsmiddelen, die de mensch tot zijn onderhoud nuttigt, neemt wel het brood de eerste plaats in, zoodat dikwerf het woord brood alle levensbehoeften als het ware uitdrukt. "Zijn brood hebben" toch, beteekent niet alleen, dat men zijn deel brood kan bekomen, maar ook, dat men genoeg heeft om zich van alle noodzakelijke levensbehoeften te voorzien. "Geen brood hebben," duidt volstrekte armoede aan. Beschrijft men een land of eene stad, men voegt er steeds bij of men er goed, of wel slecht brood gegeten heeft. En waarlijk het brood verdient in alle opzigten dien voorrang boven de meeste spijzen, die verder door den mensch gegeten worden, daar goed brood in een betrekkelijk klein volume onder alle plantenvoedsels zeker het meeste van datgene bevat, wat den mensch tot onderhoud van zijn ligchaam noodig heeft, en het daarenboven den smaak streelt en door de spijsverteringswerktuigen gemakkelijk in die stoffen omgezet wordt, waaraan het ligchaam behoefte heeft.

Hoe lang men nu wel brood gegeten, dus brood bereid heeft, is eene vraag, die zeker niet gemakkelijk te beantwoorden is, daar dit tot de oudste tijden opklimt; maar zoo veel is zeker, dat dit eerste brood en zelfs dat, wat lang door allen, die de kunst verstonden het te bereiden, genuttigd werd, geheel iets anders was, dan het brood, hetgeen wij thans gebruiken, en de goede eigenschappen, welke dit laatste kenmerken in veel mindere mate bezat,—zoo als dit nog het geval is bij die volken, waar de broodbereiding thans nog in hare kindschheid verkeert. Maar is nu bij