Pagina:Album der Natuur 1852 en 1853.djvu/557

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 139 —


wil doen opvolgen. Bij een wel ingerigt plan zal hij alzoo graangewassen, als tarwe, rogge en gerst, doen afwisselen met peulvruchten, als boonen, erwten of klaver, en daartusschen handelsgewassen telen, als koolzaad of vlas, alsmede wortelgewassen, als aardappels, knollen en dergelijke.

Ten duidelijkste ziet men echter hieruit ook, dat de landman niet naar believen tarwe teelt, maar daartoe, ook door deze reden, als 't ware gedwongen wordt. Wij willen nu niet verder uitwijden over de noodzakelijkheid, dat de voorvrucht, het gewas hetwelk voor de tarwe geteeld is, tijdig genoeg geoogst moet kunnen worden om voldoende gelegenheid te geven, dat deze op haren tijd worde gezaaid, dat de akker niet te laag moet liggen ten aanzien van den waterstand, en dergelijke beweegredenen meer voor het al of niet telen van eene veldvrucht.

De vraag, "waarom teelt de boer tarwe?" kan aldus niet dan door eene zeer lange redenering, voldoende beantwoord worden. Laten wij nu eens beproeven of wij spoediger gereed kunnen komen met de beantwoording der 2de vraag:


WAAROM PLOEGT NU DE BOER ZIJNEN AKKER?


Onder ploegen moeten wij hier verstaan het bewerken van den bouwgrond voor dat die bezaaid wordt. De warmoezier en de tuinman spit met de schop, daar waar de boer den ploeg gebruikt en de egge. De ploeg is een werktuig, hetwelk den bouwgrond in smalle reepen snijdt van ongeveer 3 palm breedte ter dikte van een tot hoogstens 4 palmen, en deze daarop het onderste boven werpt. De egge krabt den grond los en verkruimelt dien, terwijl zij tevens, vooral wanneer zij met lange tanden voorzien is, welke schuins vooruit geplaatst zijn, alle ruigte, als onkruiden en afgemaaide stoppels van graan, uit den grond krabt en aan de oppervlakte brengt. Hier te lande ziet men zelden iets anders dan ploeg en egge gebruiken, maar buitenslands heeft men eene menigte andere werktuigen, die tusschen ploeg en egge staan, of den ondergrond, tot eene grootere diepte dan de ploeg veroorlooft, verkruimelen en losmaken. Juist in het al meer en meer in zwang ko-