Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1852 en 1853.djvu/602

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 182 —

versierselen afbeeldingen zijn van vogels, die volkomen op den Dodo gelijken, en dat deze door de inboorlingen heilige vogels geheeten werden. In Londen moet in den jare 1638 een levende Dodo te zien geweest zijn. Dit althans wordt opgemaakt uit een berigt van Sir hamon l'estrange, te vinden in een handschrift over Sir thomas browne Vulgar errors, dat in het Britsche Museum bewaard wordt.

Een exemplaar is aanwezig geweest in de Verzameling van tradescant te Lambeth en ging van daar over in het Museum van ashmole te Oxford, alwaar het tot in 1755 bewaard bleef, en toen, wegens min gunstigen staat, verbrand werd. Schedel van de Dodo
kop van den dodo.
Poot van de Dodo
poot van den dodo.
Het hoofd en een der ledematen bleven bewaard, niet door bepaalde zorg der Curatoren, maar volgens het voorschrift van de uiterste wilsbeschikking van ashmole. Het behoud dezer merkwaardige stukken is men derhalve niet eens aan deze geleerde Wandalen, zoo als een Engelsch schrijver hen noemt, verschuldigd. Voor oud vuil weggeworpen, werden zij eindelijk in 1793 door Dr. shaw teruggevonden en als hoogst merkwaardige stukken in het Museum herplaatst, alwaar zij onlangs tot het prachtwerk van