Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1854 en 1855.djvu/139

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 125 —

hij hielp de matrozen in de manoeuvres en bezweek eindelijk door het verdriet over onverdiende straf!!! Buffon laat hem met deftigheid de hand geven aan personen, die hem bezoeken, hun beleefdelijk uitgeleide doen, uit eigen aandrift zijn tafel dekken, thee schenken enz. Zoo ik tegenover dit alles mijne eigene ondervinding raadpleeg, moet ik bekennen, dat alle deze verhalen mij voorkomen aan groote overdrijving te lijden. Het verstand van den Chimpansé kwam mij geringer voor dan van den Orang-oetan, en ging niet veel hooger dan dat van een kind in zijne allereerste ontwikkeling. Eenmaal slechts merkte ik iets bij hem op, dat van meer dan gewone dierlijke geestvermogens scheen te getuigen. Op zekeren dag liet de heer westerman, aan wien de Zoölogische tuin in Amsterdam zoo veel verpligting heeft, in mijne tegenwoordigheid de luiken sluiten der kamer, waarin de Chimpansé zich bevond, met eene lat, die, in schuinsche rigting op den vloer steunende, aldaar met een spijker werd tegengehouden. Het dier, hierdoor gekweld, verlangende naar zijnen oppasser die hem van buiten toeriep, en verhinderd in zijn nieuwsgierig uitzien naar buiten, begon met vruchteloos aan het luik te trekken, bemerkte toen de hinderpaal, trachtte de lat naar zich toe te halen en ziende dat ook dit onmogelijk was, begaf het zich naar den spijker, poogde dezen er uit te breken, en toen dit niet konde geschieden, trok het eindelijk zegepralend in dwarse rigting de lat weg.—Hierin vertoonde zich voorzeker meer oordeel, dan men gewoonlijk bij dieren aantreft. Een hond zoude aan het luik zijn blijven krabben en bijten; een paard had het welligt stuk geslagen, maar geen hunner zoude het wezenlijk beletsel zijn gaan wegnemen. Het was intusschen geen grooter blijk van verstand dan men bij kinderen pleegt aan te treffen. Het tooneel dat nu volgde, vond evenzeer zijne verklaring in kinderlijke gemoedsaandoening en hartstogt. De oppasser, naar wien het dier in klagend geschreeuw herhaaldelijk verlangd had, die, op onzen last, hem door zich telkens te verwijderen en hem van verre te roepen, aanhoudend had gekweld, komt eindelijk, na het openen van het luik, te voorschijn. De Chimpansé klimt op zijnen arm, maar in plaats van hem te liefkozen, zoo