— 267 —
ervarene spoorzoekers, de juiste plaats te bespieden, waar de vijand van zijne nachtelijke wandelingen uitrust. Deze wordt nu bekropen, en na eenige steenworpen en een paar schoten verschijnt de leeuw spoedig voor de jagers, die digt bij elkander gedrongen op een gegeven teeken allen te gelijk op hem schieten. Somwijlen valt hij op het eerste schot, wanneer het hart of de hersenen geraakt zijn, maar het leven is bij dit geslacht zoo taai, dat gewoonlijk, hoewel door menigen kogel doorschoten, hem kracht genoeg blijft om woedend op de jagers te storten en eenigen neer te rukken en te verscheuren. Naauwelijks geschiedt zulks, of allen werpen de geweeren weg, vallen met messen en yatagans over hem heen en dooden hem zonder de klaauwslagen te achten, die menigeen in deze vreesselijke worsteling treffen. Nu worden de dooden en gekwetsten geteld en aan de zorg hunner naastbestaanden overgelaten, en de overige trekken in onhandige vreugde, onder den zegezang der vrouwen, met het gedoode dier den doeär binnen.
De onzekere uitkomst van eene dusdanige jagt, en de vele menschenlevens die zij kost, daar de gescheurde wonden door tand of nagel veroorzaakt zelden genezen, heeft jules gérard doen besluiten op eene andere wijze den leeuw te dooden. Toegerust met kalmen en onwrikbaren moed, vaste hand en zeker oog, treedt hij den koning van het woud, wanneer deze des nachts zijne ronde maakt, bedaard te gemoet, laat hem op weinige passen naderen en legt de buks op den kop aan, zoodat de kogel treft tusschen het oog en het oor. Zelden echter, zelfs dan nog, is het dier oogenblikkelijk buiten gevecht gesteld, en een tweede, soms een derde kogel is noodig hem onbewegelijk te maken. Van de drie leeuwen, die gedurende mijn verblijf te Oertèn geveld werden, viel geen oogenblikkelijk; en dat gérard gedurende zoovele jaren ongedeerd uit het nijpendst gevaar terugkeerde, is alleen toe te schrijven aan eene beschermende hand die, zelfs voor het oog van den verstoktsten twijfelaar, hem leidt en beschermt.
Jules gérard is in de kracht zijner jaren; hij is Franschman en officier bij het regiment spahi's. Door lang verblijf vertrouwd met de taal en de zeden der Arabieren, behoort hij tot de weinige