Pagina:Album der Natuur 1854 en 1855.djvu/350

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 336 —

Parijs gezonden. Zij werden in eenen in nieuweren tijd door het rivierwater aangeslibden grond gevonden. Het grootste dezer eijeren vertoonde de volgende afmetingen: groote as, 34 Ned. duim; kleine as 22,5 duim; omvang in de rigting der groote as 85 duim; omvang in die der kleine as 71 duim; dikte der schil 0,03. Dit ei kan 8¾ kannen vocht, of den inhoud van zes struiseijeren of 150 kipeijeren of 50,000 kolibrieijeren vatten. Uit een der gevondene beenstukken heeft men kunnen opmaken, dat de vogel, zoo als de overige groote struisachtige vogels, geen achterteen had. Omstreeks denzelfden tijd werd ook door een Engelsch reiziger berigt, dat er nog tegenwoordig op Madagaskar een struisachtige vogel van de grootte des Kasuaris leeft.

Dit is al wat men van deze groote vogels van Madagaskar weet. Men mag daaruit besluiten, dat dit eiland het vaderland is of was van eene of misschien twee soorten van struisachtige vogels: de eene den Afrikaanschen struis in grootte ver overtreffende, de andere van de grootte van den kasuaris. Het zal uit latere onderzoekingen moeten blijken, tot welke dezer beide soorten de door flacourt aangevoerde Varoun patra behoort. De groote soort werd onder den naam van Aepyornis aangevoerd.

Wij gaan nu over tot de struisachtige vogels, welke op eilandjes ten oosten van Madagaskar gevonden werden. Dit zijn


DE DODO'S.
(Didus).

Wij begrijpen onder dezen naam de struisachtige vogelen, welke de drie eilandjes ten oosten van Madagaskar gelegen, te weten Bourbon of Mascarenhas, Mauritius of Ile de France, en Rodriguez, bewoond hebben. Wij zeggen "bewoond hebben," want er is nu reeds sedert lang geen spoor van deze vogelen meer gevonden; zij zijn voor altijd van de oppervlakte der aarde verdwenen, en bestaan slechts nog in de wetenschap als doode gedenkteekens voor de geschiedenis der schepping. De Dodo's zijn echter in alle opzigten struisachtige vogels, en hebben slechts een kenmerk van ondergeschikten aard, dat hen van deze onderscheidt en onderling vereenigt: