— 338 —
zij veertien dagen lang vertoefden, visch en gevogelte in overvloed, en de laatste zoo mak, dat men ze, zelfs de duiven, met de hand kon grijpen of met stokken doodslaan. Onder deze vogels werd er vooral een opgemerkt door zijne grootte en zonderlinge gestalte, en door hen onder den naam van walgh-vogel beschreven en afgebeeld; dit was de vogel, dien wij tegenwoordig Dodo noemen.
Verscheidene andere reizigers, en ten laatste herbert, welke Mauritius in het jaar 1626 bezocht heeft en hoogst waarschijnlijk ook cauche, die er in 1638 was, maken gewag van deze vogels, van welke reeds c. matelief in 1605 zegt, dat zij door sommigen Dodaersen, door anderen Dronten genoemd worden, terwijl zij door herbert onder den naam van Dodo aangevoerd worden. Men weet