Pagina:Album der Natuur 1854 en 1855.djvu/553

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 143 —

zen worden vervangen, en de beide netvliezen door platte vlakken, die met daguerreotype platen of lichtgevoelige lagen bedekt zijn; kortom, dat de plaats der oogen door chambres obscures worden ingenomen, waarmede men photographien wil maken. Nu kunnen de beide lenzen of objectieven, even als de oogen, naar het vroeger beschouwde ligchaam gewend worden; er zullen zich dan twee beelden op de gevoelige laag afteekenen, die geheel gelijkvormig zijn aan die, welke vroeger uit hetzelfde standpunt op de netvliezen ontstonden; zij mogen, wel is waar, grooter zijn, in vorm verschillen zij niet. Deze photographische beelden zullen nu ook, wat de ligging der deelen van het ligchaam of hunne wederzijdsche bedekking betreft, minder met elkander overeenkomen, naargelang wij de daguerreotype-toestellen nader bij het voorwerp plaatsen. Zijn de beelden op verren afstand genomen, zoo zal men er naauwelijks verschil in kunnen opmerken. Om echter in laatstgenoemd geval dat verschil meer zigtbaar te maken, kan men de lenzen veel verder van elkander zetten, dat is, de beide punten, waaruit men de beelden van hetzelfde ligchaam wil ontwerpen, op aanzienlijk veel grooter afstand van elkander nemen, dan die der beide oogen bedraagt. Brengt men alsdan de alzoo geprojecteerde teekeningen in den stereoskoop, zoo zal men het ligchaam eveneens bezien, als hadde men er nader bij gestaan, dan de plaats er van afligt, waar de teekeningen gemaakt zijn. Geprojecteerde tekening Het ligchaam zal zich nu wel kleiner schijnen voor te doen, dan het geval zou geweest zijn, zoo wij er ons inderdaad zoo digt bij hadden bevonden, maar het zal toch een volmaakt model er van vertoonen, dat wij nu van naderbij kunnen beschouwen; het relief zal niets te wenschen overlaten. Laat ons dit een en ander door eene eenvoudige teekening ophelderen. Nemen wij aan, dat het linkeroog in L, het regter in R ligt, en men een voorwerp in D op den afstand C D, van 3 palm bij voorbeeld, waarneemt; dan is de hoek L D R, dien de beide lichtstralen D L en D R met elkander maken, die, waaronder het ligchaam gezien wordt. Ver-