Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1854 en 1855.djvu/621

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 211 —

er veel geloof aan te hechten. Dat de dames zich het haar somtijds met deze insekten versieren, om een schitterend kapsel te hebben voor avondwandelingen of nachtelijke dansfeesten, wordt met meer geloofwaardigheid verhaald[1]. Lacordaire, een beroemd insektenkenner, die onderscheidene reizen door Brazilië, Chili en andere deelen van Zuid-Amerika gemaakt heeft, zag ze, bij het vallen van den nacht, dikwerf in menigte onder het verspreiden van sterk licht vliegen, terwijl zij zich over dag onder boomschors en bladeren verschuilen.[2]

Leiden, Januarij 1855.

 

 

  1. Deze kevers zouden ook aan het tuig der paarden gehecht worden. "On certain festival days in the month of June, they are collected in great numbers, and tied all over the garments of the young people, who gallop through the street on horses similarly ornamented, producing on a dark evening the effect of a large moving body of light." Kirby and spence, Introduction to Entomology. II, 5th. edit. p. 410, volgens p. martin, Decades of the new world.
  2. Annales des Sc. nat. XX, 1832 p. 240, en Introduction à l'Entomologie. II, 1838, p. 140.