Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1854 en 1855.djvu/647

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 237 —

beweging ontstaan, niet enkel in eene regtlijnige rigting naar het middelpunt, maar ook in eene zijdelingsche, omdat alle deelen elkander wederkeerig aantrekken, en welligt is deze reeds voldoende om rekenschap te geven van het eerste begin der wentelende beweging om eene as. Anders kan deze laatste ook verklaard worden uit de aantrekkingskracht der naburige nevelbollen, daar reeds de allergeringste verandering van het zwaartepunt zulk eene beweging moest te voorschijn roepen. Die invloed der aantrekkingskracht der naburige nevelbollen moest zich ook nog op eene andere wijze merkbaar maken, namelijk door de uitzetting van den nevelbol in de rigting waarin hij naar den hem aantrekkenden was toegekeerd, om dezelfde reden, waarom thans nog niet alleen de zee, maar ook de dampkring door de aantrekkingskracht van de maan en van de zon aan eb en vloed onderworpen zijn. Deze uitzetting des nevelbols moest hem eene ellipsoïdische gedaante geven, waarvan de sporen terug gevonden worden in de elliptische gedaante der loopbanen van de planeten en in de excentrische plaatsing der zon. Eenmaal aangevangen zijnde, ging de wentelende beweging, die in den beginne uiterst langzaam kan geweest zijn, met toenemende verdigting al sneller en sneller voort en werd de nevelbol, ten gevolge der zich daarbij openbarende middelpuntvliedende kracht eerst veranderd in eene bolle schijf, en scheidden zich later daarvan door dezelfde oorzaak de reeds genoemde nevelringen af, waaruit, door voortgaande verdigting, hetzij eene enkele planeet, of een aantal van elkander afgezonderde planeten, of eindelijk eene planeet met een of meerdere wachters ontstonden.

Ter verzinnelijking dezer onderscheidene verschijnselen heeft de hoogleeraar plateau een' vernuftigen toestel uitgedacht, welke bestaat uit een vierkanten glazen bak, door welks midden een loodregt geplaatste ijzeren as gaat, welke met eene kruk snel in de rondte kan bewogen worden. In den bak wordt een mengsel van water en wijngeest gebragt, waarvan het soortelijk gewigt genoegzaam gelijk is aan dat van olie, terwijl er vervolgens langs de ijzeren as olie in wordt gegoten in dier voege, dat deze rondom het midden van de as zich tot een' enkelen grooten droppel of bol van