Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/176

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 164 —

het dalbed. Even als eene druipbare vloeistof smelt het gletscherijs met ander ijs zamen; gescheiden gletschertakken vereenigen zich tot een stam, en al deze verschijnselen verraden dus eene bewegelijkheid der ijs-deeltjes, die ons inderdaad wonderbaar toeschijnt in zulk eene vaste zeer broze massa als de gletscher, die zelfs in staat is rotsbrokken te dragen. De oplossing dier zeer tegenstrijdige verschijnselen is eene der moeijelijkste punten bij de verklaring der gletschers. De kleine gletschers, die geheel vrij van de bergwanden afhangen, zou men met eenig regt groote tranen mogen noemen, daar zij smal en klein aanvangen, en in eene groote, breede, afgeronde massa eindigen.

Het is opmerkelijk, dat de firnlinie somtijds zoo hoog langs den gletscher heen loopt, dat de eigenlijke bodem van het firnbekken, welks diepte doorgaans naar de gedaante zijner wanden geschat wordt, beneden de grenzen der bestendige sneeuw afdaalt. De sneeuw kan evenwel op dien bodem niet smelten; eensdeels omdat deze over het algemeen nog 2000 el hooger ligt, dan de hoogte, waarop, volgens bischoff, de temperatuur 0° bedraagt, en ten anderen, dewijl de bovenliggende firnmassa, als slechte warmtegeleider, allen uitwendigen invloed der warmte afkeert.

De firnbekkens der grootste gletschers hebben, volgens schlagintweit, minstens eene breedte van 2500 ellen en eene oppervlakte van 5 millioen vierk. ellen. Denzler geeft er aan van 37 millioen vierk. ellen. Bij gebrek aan bepaalde metingen, kan de dikte van het gietscherijs niet wel worden opgegeven. Agassiz bereikte, bij eene boring op den Aargletscher, op 66 ellen diepte, nog geen grond. Saussure schat de dikte van den Glacier-des-bois op 28 tot 33 ellen; hij houdt intusschen dikten van 150 ellen voor mogelijk. Denzler schatte, naar de helling van het dal, de Bernina-gletscher op 190 ellen dikte. De meest juiste opgaven van de lengte en breedte der gletschers bezitten wij van forbes, wild en schlagintweit.

De Des-bois-gletscher is 7000 ellen lang; bij zijn begin 1000, en aan het einde 300 ellen breed. De Aargletscher is 8000 ellen lang, boven aan 1450 en van onder 550 ellen breed.

Rekent men bij den Des-bois-gletscher nog het firngewest, dan