Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/282

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 270 —

heeft aangebragt, gelijk in het Haagsche Bosch en het Haarlemmer Hout, maar ook in de hier en daar gespaarde woeste plekjes, waar voornamelijk het verschil van grond deze afwisseling heeft doen ontstaan. Die plekjes vinden wij nog, hoewel schaars, aan den duinkant, waar beuken en meidoornen en op de duinen zelve de lage dennen, popels en dwergeiken gedurig met lijster- en duinbessen afwisselen en ons bewijzen, dat de Hollandsche Graven hier niet ten onregte hunne lustverblijven hadden opgerigt. Maar thans nog, op alle plaatsen, waar de prozaïsche bijl der houtvesters de boomen niet al te zeer beschadigd heeft, is de algemeene aanblik der Hollandsche Bosschen niet oneigenaardig. Hun groen, niet zoo donker als elders, is frisscher en jeugdiger en geeft aan de landschappen zelfs in den zomer een lenteachtig aanzien. De boomen worden er zelden zeer hoog, want de zeewind heeft, vooral langs den duinkant, de grenzen van den hoogtegroei afgebakend; doch dit verhoogt te meer het jeugdige en lagchende. Somberen plegtigen ernst vinden wij er zelden; alleen daar, waar de trotsche beuken bij 's Gravenhage en de magtige linden bij Haarlem ons aan het heilige woud der Batavieren of aan den heldengeest van een jonger geslacht herinneren.

Is de oppervlakkige, algemeene indruk van een woud voor ons schoonheidsgevoel gewigtig, dit gewigt wordt hondervoud verhoogd door den indruk der verschillende boomvormen, die het woud zamenstellen en als 't ware zijn innerlijk karakter uitmaken. Daarom willen wij ons thans tot dat bijzondere bepalen, tot de voornaamste boomvormen, die onze Hollandsche Bosschen kenmerken. Het is geenszins mijn doel, hier eene wetenschappelijke beschrijving van elke boomsoort op zich zelve te geven, veel minder over de kultuur en het nut der woud boomen allerlei aanhalingen uit vroegere schrijvers in een nieuw kleed op te disschen: daarin is door den praktischen geest des tijds reeds ruimschoots voorzien.

Mijn doel is eene zuivere beschouwing der vormen en hunner ontwikkeling, op het voetspoor der wetenschap, onafhankelijk van alle praktische toepassingen, en alleen in betrekking tot den indruk dien zij maken op ons schoonheidsgevoel. Velen zullen eene derge-