Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/305

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 293 —

stam: hij behoort tot die boomen, wier kale stam zich door het afvallen der onderste en zwakste takjes het langst ontwikkelt eer hij tot den kroonvorm overgaat, en nadert dus hierin de slanke Palmen.

Geheel in tegenoverstelling met de dennen behouden de Sparren (Abies) hare takken van onder tot boven en vormen zoo van alle boomen de volmaaktste pyramide, terwijl alle takken in horizontale rigting van den stam verwijderd staan. De sparren hebben op zich zelven iets stijfs, hetgeen eerst wordt weggenomen, wanneer zij, eerwaardig van ouderdom, hare benedenste takken in sierlijke bogten ter aarde neigen: eerst dan zijn zij schilderachtig. Zien wij in den beuk de takken meer en meer van den oorspronkelijk symmetrischen of pluimvormigen groei afwijken en door het aannemen van eenen concentrischen vorm, allengs in eigene individualiteit toenemen en boomen worden op den boom, bij de sparren blijven de takken hunne symmetrische groeiwijze getrouw, terwijl de boom zelve zijn oorspronkelijk concentrischen wasdom voortzet. De sparrentak heeft dus immer een platten vorm, zijne zijspruiten liggen in één vlak, terwijl de boom zelve zijne takken in alle rigtingen uitspreidt. De takken der spar blijven dus gedeelten van het geheel, doch worden nimmer zelfstandige individuen, gelijk de eiken- en beukentakken. Een bijzonder kenmerk van de sparren is daarenboven de overmatige dikte van den hoofdstam in verhouding tot de takken, en de zegevierende houding, waarin die hoofdstam tot aan het uiterste topje zijne alles beheerschende overmagt doet gelden. Wij zien dus, dat de sparren eene monarchale organisatie vertegenwoordigen, terwijl de beuken constitutioneel, en de eiken republikeinsch zijn. Want in de eiken wijkt de hoofdstam aan het boveneinde terug en verschilt daar niet meer van de sterkere hoofdtakken.

Zonderling, dat noch de tyrannische sparrenboomen, noch het oude despotisme zich immer in al hunne magt hebben kunnen ontwikkelen op Hollands vrijen bodem.