Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/326

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 314 —

Fig. 16. Cercolabes prehensilis.
Fig. 16. Cercolabes prehensilis.

Verders komen grijpstaarten voor bij verscheidene dieren, behoorende tot de ook in zoo vele andere opzigten merkwaardige orde der buideldieren, en wel tot de geslachten Phalangista, Trichurus, Tarsipes en Didelphys. Uit dit laatste geslacht verdienen nog twee Zuid-Amerikaansche soorten eene meer bijzondere vermelding, t.w Didelphys dorsigera en D. murina, om het zonderlinge gebruik dat reeds de jeugdige diertjes, die de moederhulp nog niet ontberen kunnen, van hunne grijpstaarten maken. Fig. 17. Buidelrat (Didelphys)
Fig. 17. Buidelrat (Didelphys).
Even als andere buideldieren, draagt namelijk de moeder (zie Fig. 17) de aanvankelijk nog zeer kleine en onvolkomene jongen in een voor aan het ligchaam geplaatsten zak of buidel, welke de tepels omgeeft, die in den eersten tijd door de diertjes niet worden losgelaten. Maar wanneer deze eenen zekeren trap van ontwikkeling bereikt hebben, dan verlaten