Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/381

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 369 —

rende drie eeuwen, zoo aanmerkelijk in stoffelijke zelfstandigheid kan zijn afgenomen en zich op bessel beroepen, die van gevoelen was, dat alle kometen zulk eene vermindering in hare stoffelijke zelfstandigheid ondergaan. Daardoor wordt echter het raadsel volstrekt niet opgelost, want de eenige komeet, die lang genoeg is waargenomen om een oordeel over die vermeende afneming toe te laten, is de komeet van halley, en deze heeft, althans in het tijdvak tusschen de jaren 1456 en 1835, niets merkbaars van hare stoffelijke zelfstandigheid verloren, zoo als dit, naar ik vermeen, in vroegere jaren door mij volkomen bewezen is.

Men zoude omtrent de komeet, wier verschijning wordt te gemoet gezien, nog menige vraag kunnen opwerpen, die hier onbeantwoord is gebleven; maar elke komeet is eene onuitputtelijke bron van vragen, die voor geene beantwoording vatbaar zijn, en ik vermeen niets te hebben voorbijgezien, waaromtrent de wetenschap eenige uitkomst kan geven. Ik was reeds verpligt de enge grenzen eenigermate te overschrijden, die eene bijdrage voor het Album der Natuur zijn toegewezen, maar al had eene geheel onbeperkte ruimte ter mijner beschikking gestaan, zoo zoude ik toch geene neiging hebben gevoeld, om een verslag te geven van de talrijke berigten, omtrent het voorkomen en de schijnbare beweging der kometen van de jaren 1264 en 1556, die in vele boekwerken worden aangetroffen, wier titels reeds door pingré waren bijeengebragt. Zulk een verslag zoude, naar mijner meening, voor de lezers van het Album der Natuur geene waarde bezitten, en terwijl in vroegeren tijd geene komeet verscheen, die niet aanleiding tot dwaze meeningen omtrent haren oorsprong en hare beteekenis gaf, acht ik het ook van weinig belang de dwaasheden op te sommen, van welke meer bepaaldelijk onze kometen getuigen. Ééne bijzonderheid komt mij echter te merkwaardig voor, om haar met stilzwijgen voorbij te gaan, en deze is de angst voor de komeet van het jaar 1556, die melanchton, in vele zijner brieven en andere geschriften, heeft aan den dag gelegd. Melanchton heeft het met die komeet zoo druk gehad, dat zij daardoor zelfs bij velen den naam van komeet van melanchton heeft verkregen. Eigenlijke waarnemingen omtrent