Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/506

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
84
ALEXANDER VON HUMBOLDT.

vak toe te leggen; dat universeelgeleerden, wat zij aan uitgebreidheid van weten winnen, verliezen aan diepte; dat in onze eeuw inzonderheid slechts de specialiteitstudien verdienen gepleegd en aangemoedigd te worden. Zij die aldus redeneren, hebben zich de moeite niet gegeven, den autheur van den Kosmos te bestuderen. Door vurigen weetlust gedreven, was 't hem niet te doen om zich van eenig bepaald vak meester te maken en daarin te heerschen, hij verlangde zich in de wereld, waarin hij geplaatst was, zooveel mogelijk te oriënteren, zich daarin met gemak te bewegen, er zich als 't ware te huis te gevoelen; in één woord in de wereld als wereldburger te verkeeren. Dat humboldt dit doel volkomen bereikt heeft, bewijzen zijne menigvuldige schriften, inzonderheid zijn Kosmos,[1] die als 't ware het eindresultaat bevat zijner wereldstudie, en waaraan, welke aanmerkingen, gegrond of ongegrond, men ook op dit werk maken moge, men den lof van organische eenheid niet ontzeggen zal. Het afgetrokken begrip van wetenschap, waarin thans velen zich verdiepen, heeft wel eens het verband doen vergeten, dat er tusschen mensch en wetenschap noodzakelijk bestaan moet. Voor de zoodanigen, die den mensch hooger stellen dan de wetenschap, is deze eene der vermogendste hulpmiddelen zijner ontwikkeling, die langs vele en velerlei wijzen moet verkregen worden. Uit dit oogpunt beschouwd is het menschelijk leven bij eene opvoeding te vergelijken, die dan het volkomenste wezen moet, als zij het meest veelzijdig was ingerigt. Bij velen, bijna zou ik zeggen, bij de meesten, is die opvoeding en ontwikkeling eenzijdig, en daarom kunnen zij het idee van mensch noch begrijpen, noch verwezenlijken. Is de wetenschappelijke mensch ons ideaal (en ook deze, als hij niets meer dan dit is, moet nog eenzijdig blijven), is de wetenschappelijke mensch ons ideaal, dan zal men erkennen, dat een gedeelte van wetenschap slechts eene breuk is, die nimmer het geheel kan vertegenwoordigen, en dat hij de meest wetenschappelijke man is, die het minst de eenheid der wetenschappen heeft uit het oog verloren. Past men dezen maatstaf toe op alex. v. humboldt, dan zal men ontwaren, dat wat wetenschappelijke opvoeding betreft, hij voorzeker zich die mag toeeigenen. Want in plaats van zich tot

  1. Zie deel 1, deel 2 en deel 3 in Nederlandse vertaling (Wikisource-ed.)