Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/67

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 55 —

Bij langdurige winters gebeurt het soms, dat de beeren bij het ontwaken uit den winterslaap, door honger gedreven, verder dan gewoonlijk naar het zuiden afdalen, en de streken blijven bewonen waar de kudden des zomers de hooge weiden bezoeken, even als in Zwitserland en Tyrol plaats vindt. Hun verblijf is spoedig door bloedige sporen bekend, en de opperhoutvester (jagtmestare) wordt gemagtigd eene algemeene jagt uit te schrijven. Nu vliegen renboden door het land, om van gehucht tot gehucht de mare te verkondigen; van den kansel wordt des zondags het bevel afgelezen dat elk huis waar vee gehouden wordt, een' drijver zal geven, en dag en plaats der verzameling bepaald; de indelta-soldaten[1] en Finsche boeren worden benoemd als onderbevelhebbers (skall-fogdor) der onafzienbare drijverlinie, en eene koortsachtige opgewondenheid bevangt de gansche provincie. Gewoonlijk verdeelen zich een getal van achthonderd tot duizend drijvers op eene lengte van tien tot veertien uren gaans. Het is een bont tooneel, de boeren, gewapend met oude geweren, pieken en sabels, onder de aanvoering der skall-fogdors op de verschillende appèlplaatsen te zien aankomen. Elk heeft voor eenige dagen levensmiddelen bij zich, en zonder onderscheid draagt ieder in den gordel de bijl, dat vreesselijke nationale wapen, reeds bij de Vikingertogten vermaard. De bewoners van het hoogere Noorden onderscheiden zich bovendien door het lange hoofdhaar, dat als beveiliging dient tegen de muskieten, eene ware plaag, in die streken, gedurende de korte, maar drukkende zomerhitte. Op een bepaald uur zet zich de linie in beweging; op een bepaald uur, door de hoogte der zon aangegeven, wordt halt gemaakt, gespijsd of de nachtrust genomen.—Met de grootste oplettenheid heeft de houtvester, aan wien het terrein met bosschen, wildernissen en voetpaden bekend is, alle toevallige omstandigheden gewogen, en vooral met rijp beraad de plaats bepaald, waar het roofdier, dat gemakkelijk voor de drijvers ruimt, moet heen ge-

  1. Het is bekend dat het zweedsche leger over het grondbezit verspreid is. Elk eigenaar namelijk van een zeker gedeelte lands is gehouden een bepaald getal soldaten als kolonisten te voeden. Deze troepen worden Indelta genoemd.