Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/69

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 57 —

neder, doch zich oprigtend verdween hij tusschen de rotssteenen. Twee schoten vielen naast mij en alles werd stil.—Een uur mag verloopen zijn, toen van den uitersten vleugel eenige kort op elkander volgende schoten gehoord werden, en de lijn der drijvers, die reeds twee en een halven dag hunnen arbeid verrigtten, zigtbaar werd, digt op een gesloten, en behoedzaam naderend.

De horen gaf het signaal van stilstaan, niemand verroerde zich, en de tijding ging van post tot post, dat eene beerin, na een jager en een paar drijvers gewond te hebben, geveld lag, maar dat de oude beer, die zich het eerst vertoond had, nog ergens getroffen moest liggen. Eenige moedige Finnen namen nu de gevaarlijke taak op zich, met den bijl tusschen de tanden, door de digt gegroeide steenen vooruit te kruipen, terwijl wij hen in gespannen verwachting naöogden. Eindelijk verkondigde hun vreugdegeroep, dat het roofdier gevonden was; geen honderd schreden van de plek waar hij den eersten kogel ontving, lag hij te zieltogen, het vlammend oog op de hem omringende boeren en jagers werpende, die hem met woeste vreugd beschouwden. Een kogel tusschen de oogen maakte een einde aan zijne smart, en de huid van dien ruigen boschbewoner, die, op eene lengte van 7.6 Rijnl. voeten, met uitgestrekte klaauwen 6.7 voet omvatten kan, behoort nog op dit oogenblik onder de schoonste spolia opima onzer jagtavonturen.

In Afrika is het de gewoonte, bij het afnemen der huid van groote roofdieren, de palmen der klaauwen en den ganschen schedel, na er de hersenen uitgeligt te hebben, aan het vel te laten, waardoor de kop een prachtig aanzien verkrijgt. In het noorden wordt eenvoudig de gansche huid afgestroopt en de beerenkop, die reeds klein schijnt, wordt hierdoor nog geringer van omvang. Het vet bewaart men zorgvuldig en is zeer gewild voor tafelgebruik; in den zomer weegt dit bij een volwassen dier tot 50 pond. Het is echter alleen aan datgene wat aan de ingewanden gevonden wordt, en zeer gering is, dat de bekende wonderkracht wordt toegeschreven, die het als handelsartikel zoo gezocht maakt.—Bij het afstroopen van het gevelde dier, lieten de Finnen de huid aan twee plaatsen vastgehecht, de achterklaauwen en de voordij, en wierpen de jonge