nog steeds sommige der andere réaktieven op deze stof aankleeft, welligt in eenige gevallen goede diensten kan bewijzen.
Het te onderzoeken vocht wordt in een proefglaasje vermengd met een gelijk volume eener oplossing van koolzure soda (uit 3 gewigtsdeelen water en 1 gewigtsdeel gekristalliseerde koolzure soda), en vervolgens daarbij gevoegd eene kleine hoeveelheid basisch salpeterzuur bismuthoxyd (magisterium bismuthi). Dit mengsel wordt aan de kook gebragt, en vertoont dan het aanvankelijk sneeuwwitte bismuthzout de geringste zwarte of graauwe kleuring, dan zoude deze, volgens böttger, een zeker kenteeken zijn van de tegenwoordigheid van druivensuiker. Zuivere rietsuiker vertoont deze reactie niet.
Zetmeel. Melsens (Z. l'Institut N°. 1219, 13 Mai 1857, p. 160) deelde onlangs aan de Belgische Akademie eenige waarnemingen over het amylum mede, die niet van gewigt ontbloot zijn en welligt strekken kunnen, om onze denkbeelden aangaande het maaksel der amylumkorrels eenigermate te wijzigen.
Hij stelde amylum gedurende eenen geruimen tijd bloot aan de inwerking van zeer verdunde minerale zuren bij eene geringe warmte, van organische zuren, diastase, pepsine of een mengsel dezer stoffen. Daardoor wordt volgens hem de inhoud der korrels opgelost. Onder het mikroskoop vertoonen zij zich schijnbaar onveranderd, alleen doorschijnender dan vroeger; het hilum (de kern) en de groeistrepen (grenzen der concentrische lagen) zijn nog zigtbaar, maar de korrels hebben het vermogen verloren, om door iodium blaauw te worden. Zij verkrijgen daardoor eene geel- of roosachtige tint. Onder den invloed van zwavelzuur gaat deze tint echter in blaauw over, even als zulks bij cellulose het geval is.
Daar men hier nu niet wel denken kan aan eene omzetting van amylum in cellulose door de aangewende reagentien, die veeleer het tegendeel zouden uitwerken, zoo schijnt uit deze proeven te volgen, dat de amylumkorrels uit een of meerdere dunne lagen van cellulose bestaan, waartusschen dan de stof bevat is, die door de inwerking van iodium dadelijk blaauw wordt en welke derhalve het eigenlijke, nog niet geheel zuiver daargestelde amylum zoude wezen.
Hg.