Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/896

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
80
ALBUM DER NATUUR. WETENSCHAPPELIJK BIJBLAD.

"l°. Er bestaat, terwijl de draden uit dezelfde fabriek in dit opzigt vrij wel overeenkomen, een zeer aanmerkelijk verschil in het geleidingsvermogen van draden van gelijke dikte, uit verschillende fabrieken afkomstig. Een draad van 121 Eng. duim (1,2 m. m.) middellijn, met guttapercha bedekt in water gedompeld, kon meer telegrafisch werk doen dan een uit eene andere fabriek afkomstige draad van 116 Eng. duim (bijna 1,6 mm.) diameter, die bovendien nog veel dikker met guttapercha bekleed was."

"2°. Dit verschil kon niet toegeschreven worden aan eene verschillende behandeling bij het omkleeden. De hoogste graad van broosheid, dien men door rekking aan den draad kon geven, en zoo ook die, welke voortgebragt werd door het plat te hameren, konden den wederstand niet meer dan ½ pct. verhoogen. Eene vergelijking van draden uit dezelfde fabriek in verschillenden toestand, sommige geheel onbekleed en blank, sommige door gloeijing met eene oxydlaag bedekt, andere met guttapercha of caoutschouc bekleed, toonden voor die allen, bij gelijke lengte en dikte, geen merkbaar verschil."

Bij het bekende zeer groote verschil in de isolatie door guttapercha, naarmate deze met meer of minder zorg van water is bevrijd, zou het ons niet verwonderen als het voordeel van het onder 1° aangevoerde dunnere draad, voor een deel althans, moest toegeschreven worden aan eene betere hoedanigheid van het omkleedsel. Wat daarvan aan den draad zelven moet geweten worden, zal wel in een grooter of geringer ijzergehalte van het koper zijn grond vinden. Het is toch bekend dat koper, met een ijzergehalte van naauwelijks 0,2 pct., een verschil in wederstand van wel 25 pct. met zuiver galvanoplastisch koper oplevert.

Ln