Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/144

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
118
KRUIPENDE, LOOPENDE, SPRINGENDE EN KLIMMENDE VISSCHEN.

in alle rigtingen gevoerd kan worden (bailly). Zoo wacht hij geduldig, met wijd geopenden mond en met naar boven gerigten blik, de nadering van den een of anderen visch af. Deze zwemt naar datgene, wat hij voor een' worm houden moet en dat door den Lophius zachtjes bewogen wordt. De visch bemerkt hem niet, omdat hij door bladeren van wier, door zand enz. bedekt is en ook zijne kleur hem niet verraadt; de wijd geopende bek wordt gehouden voor den een of anderen kuil en het niets kwaads vermoedende vischje tracht den worm (de spriet van den Lophius) te grijpen. Doch vóór dit geschiedt, springt deze laatste eensklaps voor den dag, grijpt den onvoorzigtige en verslindt hem; en werpt op nieuw zijn hengel en lokaas uit om nieuwe prooi te vangen. De Lophius histrio is dus werkelijk een visch die vischt met den hengel, daarom heet hij ook bij seba en bij marcgrave Rana piscatrix americana, dat is: visschende amerikaansche padde. En geloof niet, dat dit alles tot de fabelen gerekend moet worden, de getuigen van die uiterst zonderlinge handelwijze zijn te geloofwaardig, en hunne namen teregt geacht als die van onbevangene waarnemers, om een oogenblik te twijfelen aan de waarheid van alles wat wij hier, op hun getuigenis, verhalen: 't zij genoeg als wij noemen marcgrave, commerson, cuvier, valenciennes, lacépède en anderen. Iets anders is het als rénard verhaalt, dat hij zulk een visch drie dagen buiten het water in het leven gehouden heeft (wat wel te gelooven is als wij zijne kieuwen beschouwen), maar: „dat die visch hem als een hond naliep waar hij ging!" Zie, dat is te erg, en is duidelijk een gevolg van zijne zucht om de dingen te versieren, eene zucht, die in het oog valt reeds op het bezigtigen van het door hem uitgegevene plaatwerk. Waarlijk, de wonderen der natuur zijn groot en heerlijk genoeg en het betaamt den mensch die te beschouwen als gewrochten van den Almagtigen Schepper en niet als middelen om leugens te verbreiden, die eene walging zijn voor den naar waarheid zoekende.

De verblijfplaats van dezen visch is de zee, die de kusten van Brazilië en China, de Molukken enz. bespoelt. Zijn naam is in 't Engelsch Toad-fish; in Brazilië Guaperva; op de Moluksche eilanden Sambia enz.

Marcgrave is de eerste geweest, welke dezen Lophius heeft doen kennen, en commerson beschreef vervolgens eenige soorten van deze opmerkelijke dieren.