fijn zout verkocht worden. Elders is het met leem vermengd, of met vele vreemde bestanddeelen doordrongen, en vereischt eene andere wijze van ontginning en bewerking. Wij zullen derhalve het steenzout naar de wijze van uitdelving en verzameling in verschillende soorten verdeelen, en vangen met de beschouwing van het zuivere steenzout aan, dat uit de rotsen uitgehouwen en terstond tot menschelijk gebruik dienstbaar wordt gemaakt.
Aan de zuidelijke afhelling van het Pyrenaeën-gebergte, waar de rotsen der krijtformatie eene groote uitgestrektheid innemen, ligt het vriendelijke stadje Cardona. Het is hier niet het witte krijt van den Maastrichter berg of van de brandige heuvelen der Champagne, maar het zijn graauwe kalk- en mergelsteenen, waaruit vele zoute bronnen opwellen, die de aanwezigheid van zoutmassa's in de diepte verraden. Maar tegenover Cardona vormt het steenzout een berg, die zich nog driehonderd voet boven de stad verheft. Geen bosschen, die elders de Pyreneesche bergen bedekken, kunnen op dezen zoutbodem groeijen, en de aanblik der steile kale rots, die uit blinkend witte of in fraaije kleuren spelende zoutbrokken is zaamgesteld, is eene van de verrassendste tooneelen, welke een reiziger kan ontmoeten.
Deze zoutmassa staat sedert eene reeks van eeuwen aan den invloed van lucht en regen bloot, en de berg verandert, niettegenstaande de afspoelende kracht des waters, schijnbaar niet van gedaante, hoewel hij niet geheel aan de werking van de athmospheer kan ontsnappen, en er van tijd tot tijd merkbare afstortingen en inzinkingen plaats grijpen. De grond van het dal, tusschen Cardona en den zoutberg gelegen, wordt hierdoor voortdurend uitgehold en naar den kant der stad heengeschoven, waaruit de meening ontstaan is, dat de stad Cardona in het dal afgleed. Dit is evenwel eene dwaling; de stad Cardona blijft staan, waar zij staat, maar de zoutberg en het dal, tegenover de stad gelegen, komen haar van lieverlede nader.
Maar genoeg over de stad zelf, wij gaan de zoutgroeven bezigtigen, die hier in groote menigte over eene lengte van drie uren voorkomen. Men houwt het steenzout in opene groeven uit, en gaat trapsgewijze in de diepte voort, om wanneer men te diep onder de aarde doorgedrongen is, weder elders eene opene groeve te maken. Het