Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/34

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
14
HET STEENZOUT EN ZIJNE BEGELEIDERS.

neemt nog naar de diepte toe, zoodat op groote diepten eene afzetting van zout kan plaats grijpen; in afgesloten, zoutrijke zeeën, zooals bij Venetië, kan zich het zout zelfs op mindere diepten afzetten, wanneer de oplossing te sterk wordt.

Daarbij zet de zee evenwel niet al zijne zouten af, maar alleen de minder oplosbare, het gips en keukenzout, terwijl het chloormagnesium en de zwavelzure magnesia opgelost blijven. Dit blijkt ons duidelijk, wanneer wij op onderstaande tafel het afgezette zout van Venetië met de bestanddeelen van zeewater vergelijken.

Tabel van afgezet zout en opgeloste zouten

Ditzelfde verschijnsel kunnen wij ook bij het meer Elton in Tartarije waarnemen. Het is waarschijnlijk, dat deze binnenzee, zooals vele andere in drooge, warme landen, haar zoutgehalte deels aan den bodem en deels aan de rivieren te danken heeft, welke daarin uitvloeijen. De sterke verdamping is oorzaak van het groote zoutgehalte dier meren, en zoo vinden wij de heete gewesten van Afrika en Azië met zulke zoutmeren vervuld. Het Eltonmeer vertoont een merkbaar verschil in zoutgehalte in het voorjaar, wanneer de rivieren hunne hooge wateren daarin hebben uitgestort, en in het najaar, wanneer veel water door verdamping is weggegaan, en er zich veel zuiver keukenzout daaruit op den bodem en langs de kusten van het meer heeft afgezet; bovenstaande tafel wijst ons aan, hoeveel in het najaar zijn gehalte aan keukenzout verminderd is.