Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/504

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
86
ALBUM DER NATUUR.

dalen en die met alle naauwkeurigheid meten. Wij meenen den belangstellenden hierin naar de bron (Comptes rendus XLVI. 25) te mogen verwijzen.

In eene der volgende zittingen van de akademie (Ibid. XLVII. 2) heeft de heer boutan door eene aanhaling uit het Précis des travaux de l'académie de Rouen bewezen, dat hij reeds voor tien jaren op dezelfde wijze was te werk gegaan met hetzelfde doel en dezelfde uitkomsten.

Ln.
 

Nog eens de phosphorescentie door insolatie. Edm. becquerel heeft zijne verdere proefnemingen over dit onderwerp, waarvan wij hiervoor, bl. 58, berigtten, aan de fransche akademie medegedeeld. Zij betroffen ditmaal vooral den invloed van de temperatuur op de kleur van het door verschillende ligchamen uitgestraalde licht. De zelfstandigheid, welke dien invloed het duidelijkst vertoonde, was het zwavelstrontium. Eenige stukjes daarvan, in een gesloten glazen buisje in een water- of oliebad of in een verkoelend mengsel en daarbij in het zonlicht geplaatst, geven de volgende uitkomsten;

Temperatuur.Aard van het uitgestraalde licht.
— 20°........Donker violet, zeer levendige phosphorescentie.
+ 20..........Blaauwachtiger violet.
40..........Helder blaauw.
70..........Licht groenachtig.
90..........Groenachtig geel.
100........Geel.
200........Oranje.
Men ziet dat, naarmate de temperatuur rijst, de stralen, door deze stof na de insolatie uitgezonden, minder en minder breekbaar worden Dit effekt is niet bij alle zelfstandigheden hetzelfde. Andere, zooals b.v. het zwavelcalcium, dat bij gewone temperatuur groen licht uitstraalt, zond bij verhooging daarvan integendeel al meer en meer breekbare stralen uit.

Na verkoeling geven alle onderzochte zelfstandigheden weder juist hetzelfde licht, als vóór de verwarming.

Ln.
 

Silicium en Borium.—ln de laatste jaren hebben de werkzaamheden der scheikundigen, die zich vooral met de anorganische stoffen bezig houden, inzonderheid gestrekt om de kennis van de elementen zelve uit te breiden. De metalen der alcalien, alcalische aarden en aarden, de platina-metalen, de zwavel, het borium en het silicium zijn beurtelings de onderwerpen geweest van onderzoekingen, die, geholpen door de vermogende hulpmiddelen der tegenwoordige kunst, tot zeer belangrijke resultaten, ook voor het practische leven, hebben geleid.