Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/717

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
189
TWEE DER SCHOONSTE WATER VALLEN DER WERELD.

houden, vertoonde zich, als ware hij daarop geschilderd, een regenboog-, welke twee derden van een cirkel vormde, terwijl de beide einden in de diepte verdwenen. Een dunne waterstraal sprong als een lange zilveren draad van den hoogsten top, naar beneden, als ware zij eene loodlijn, die afgeworpen was om de 2000 voeten diepte te meten. Aan mijne regterzijde kwam de stroom van de vlakte van het Fjeld als eene gescheurde, gewondene, kokende watermassa aanbruisen en bereikte den rand des afgronds op een punt, dat zich op ongeveer 400 voeten onder mijne standplaats bevond, en vanwaar hij op eens zich naar den bodem stort, eene diepte van omstreeks 800 tot 900 voeten.

Indien het mogelijk ware dezen waterval van onderen te beschouwen, dan zoude hij een der meest grootsche schouwspelen der wereld aanbieden. Geen andere kan met hem wedijveren in hoogte, hoeveelheid waters en verhevenheid der omgeving. Doch de beschouwer blikt thans uit de hoogte op hem neder en ziet hem derhalve in het verkort, zoodat men zijne volle pracht en schoonheid slechts vermoeden kan. Legt men zich op den bodem neder met het hoofd over de wortels der sparreboomen heen, dan kan men veilig in den vreeselijken afgrond staren en de als sterren flikkerende waterstralen zien, die door den bodem worden teruggeworpen en als vuurpijlen naar boven stijgen. Zulk een aanblik prikkelt echter te meer het verlangen om beneden te staan en te zien, hoe de stroom, met eene kroon van helder schitterend schuim, in eenen enkelen sprong zich van den hemel in de hel stort.

Het is aan eenige weinigen, die de rotskloof betraden van de plaats af waar zij zich in het dal opent, gelukt ver genoeg door te dringen, om een gedeelte van den waterval te overzien. Het andere gedeelte werd echter aan hunne blikken onttrokken door eene uitstekende rots. Het lijdt echter geen twijfel, of de tijd zal eenmaal komen, dat iemand genoeg moed en volharding zal bezitten, om dit pad geheel tot aan den voet des watervals te vervolgen. Ik benijd de reizigers, die dan den Vörings-Fos bezoeken zullen."

Hg.