Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/726

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
198
VEENROOK EN ANDERE DROOGE NEVELS.

De onderstaande figuur vertoont de afbeelding van zulk eene nog over de stad Utrecht heen trekkende rookbank, gelijk ik zulks voor eenige jaren in gezelschap van een mijner vrienden zag.

Rookwolk

Wij bevonden ons op ter naauwernood tien minuten gaans afstand van de stad, aanvankelijk te midden van den veenrook. Op eens werd het in onze onmiddellijke nabijheid helder, zoodat de achter ons liggende voorwerpen zich scherp en duidelijk vertoonden, terwijl die voor ons, en daaronder de stad, nog in den nevel gehuld waren. Eenige oogenblikken later dreef de bank, schijnbaar door eene kromme lijn begrensd, alleen nog over de stad. Het spreekt van zelf, dat deze kromming slechts een perspectief verschijnsel en in werkelijkheid de oppervlakte der rookbank horizontaal was. Overigens was de grens scherp genoeg om, indien men, door acht te geven op de voorwerpen, b.v. de torens, die achtereenvolgens uit den nevel opdoken, den afstand van de bank had gekend, door eene hoekmeting hare werkelijke hoogte met tamelijk groote juistheid te bepalen.

Voor stadbewoners bieden zich zulke gelegenheden slechts zelden aan, maar zij, die het platteland bewonen, in eene streek, waar de onbeperkte horizon een vrij uitzigt veroorlooft, zijn daartoe gunstiger geplaatst. Zij zouden, door naauwkeurig den tijd van het verschijnen en weder verdwijnen dezer rookbanken op te teekenen, aan de meteorologie geene onbelangrijke dienst bewijzen, daar men uit zulke waarnemingen, beter dan langs eenigen anderen weg, de snelheid van den hen voortdrijvenden luchtstroom d.i. van den wind zoude kunnen bepalen en tevens daaruit de breedte der rookbanken zelve afleiden. Mogten er onder onze lezers zijn, die tot het doen van zulke waarnemingen gelegenheid en lust hebben, dan zal de mededeeling daarvan door de Directie van het Meteorologisch Observatorium te Utrecht voorzeker in dank worden ontvangen.