Er komt eene afscheiding der bolletjes, die zich aaneenhechten tot eene taaije, kleverige en veerkrachtige massa, welke zich nu niet meer in water laat verdeelen. Bij sommige planten, zoo als Asclepias Syriaca, gebeurt dit uiterst snel, zoodra het vocht uit de plant vloeit, bij andere daarentegen langzamer, zoodat men in staat is, het vocht in zijnen natuurlijken toestand te verzamelen, en het, wanneer de flesch terstond gesloten wordt, eenigen tijd aldus te bewaren.
Op die wijze is onderscheiden malen het melksap uit onze koloniën weinig veranderd herwaarts overgebragt. Alleenlijk vertoont zich dikwijls na korter of langer tijd hetzelfde verschijnsel, dat men soms na weinig dagen bij de melk ziet. Gelijk bij deze de boterbolletjes zich tot eene roomlaag aan de oppervlakte verzamelen, zoo ziet men evenzoo de vaste ligchaampjes van het melksap zich tot eene soort van koek vereenigen, die op de oppervlakte van het vocht drijft. Wanneer bovendien eene gedeeltelijke ontleding der in het vocht opgeloste stoffen heeft plaats gehad, dan verspreidt het geheel een zeer onaangenamen reuk, die ook aan de van het vocht afgescheiden caoutchouc geruimen tijd hardnekkig blijft kleven.
Hoewel de genoemde eigenschappen grootendeels als algemeene voor de melksappen mogen gelden, zoo vindt men echter aanzienlijke verschillen, wanneer men het vocht van onderscheiden planten onderzoekt. Bij een aantal melksapsoorten ontbreekt b.v. de caoutchouc en is door andere in de vloeistof zwevende stoffen vervangen. Vooral is de invloed, dien de onderscheiden melkvochten op het dierlijk organisme uitoefenen, hoogst verschillend.
De vermelding dezer bijzonderheden zal echter eene meer gepaste plaats vinden, wanneer wij in het tweede gedeelte van dit opstel het gebruik zullen nagaan, dat van het plantaardig melkvocht gemaakt is.
Wanneer men zijn onderzoek niet bepaalt tot het uitgevloeide vocht, maar ook met behulp van het mikroskoop nagaat, in welke gedeelten van de plant het melksap nagespoord kan worden, dan vindt men het bevat in zoogenaamde melksapvaten, dat zijn kanalen of gangen van verschillende gedaante, grooter of kleiner, wijder