Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/764

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
236
HET MELKSAP DER PLANTEN.

Maar, zoo vragen welligt mijne lezers, welke is dan de rol, welke dit raadselachtige vocht in de plant vervult?—Wanneer men op deze vraag een volledig antwoord verlangt, dan moet ik dit antwoord schuldig blijven. Gelijk menig ander punt der planten-physiologie, is ook de ware beteekenis van het melksap voor de plant nog ten deele in het duister gehuld. Zoo als ik reeds opmerkte, de strijd over het al of niet bestaan van levensvocht heeft, hoe hardnekkig ook gevoerd, ons nog geen helder inzigt in dit vraagstuk gegeven.

Het melksap der planten wordt thans bijna eenstemmig door alle kruidkundigen beschouwd als een afscheidingsproduct der planten. Het wordt gesteld naast de vlugtige oliën, die in bijzondere cellen worden aangetroffen; naast de harsen, die onder anderen in bijzondere kanalen in de pijnboomen aanwezig zijn. Al deze stoffen worden beschouwd als niet onmiddellijk voor het leven der plant dienstig, maar als eene soort van verbruikt voedsel, dat zijne werking verrigt heeft en nu uit de cellen, waarin de krachtigste groei, de levendigste stofwisseling plaats heeft, verwijderd moet worden. Het wordt dan in bijzondere ruimten opeengehoopt, en slechts zelden treedt het naar buiten, zoo als b.v. met de gom onzer kersen- en pruimenboomen het geval is.

Het is hier de plaats niet om te beoordeelen, in hoeverre deze voorstelling juist is, maar ik kan toch het vermoeden niet onderdrukken, dat, evenzeer als de voorstelling van schultz aan het melksap te groote beteekenis toekent, zoo ook in de genoemde duiding aan dat vocht te weinig belang wordt gehecht. Althans wanneer men ziet, dat volgens de onderzoekingen der Baronesse von reichenbach het melksap reeds in de allerjongste deelen der knop, zelfs nog vóór het optreden der spiraalvaten, gevonden wordt; wanneer men zich herinnert wat schultz heeft gezien van de voortdurende veranderingen van het melksap, van waterheldere tot melkachtig troebele vloeistof, in verschillende tijdperken der plant en bij onderscheiden uitwendige invloeden; wanneer men verder let op de verschijnselen, welke de uitheemsche Euphorbia's in onze broeikassen vertoonen, die des winters droog gezet worden, zooals men het noemt, en dan teren op het vocht, wat zij bevatten, zoodat het melksap allengs vermindert. Wanneer men dit alles in het oog houdt, dan wordt het, dunkt mij, duidelijk